Generaties projectmanagers zijn opgegroeid met het boek 'Projectmatig werken' van Gert Wijnen, Willem Renes en Peter Storm. Dat boek (alweer in de 24ste druk) is erg volledig en wordt daarom door beginnende projectmanagers vaak te zwaar gevonden. Peter Storm is coauteur van een nieuw boek met bijna dezelfde titel. Samen met Chantal Savelsbergh en Martijn de Jong schreef hij 'Projectmatig werken: de basis'. De toevoeging van 'de basis' leidt wel tot een heel ander boek. De aanpak is praktischer en meer probleemgericht: wat kan je in projecten overkomen en hoe ga je er mee om? Projecten hebben een negatief imago. Ze zijn te laat klaar, kosten teveel en leveren niet op wat nodig is. De duivelsdriehoek tussen tijd, geld en kwaliteit wordt in dit boek bestreden door de succesfactoren uit het SuccesModel. Gebaseerd op de ervaring van de schrijvers ontstaan zo zes universele succesfactoren: - actief betrokken management en gebruikers; - een heldere en realistische strategische strategie; - een hecht team; - flexibiliteit en creativiteit; - planning en control die werken; - focus en inspiratie. De toepassing van de succesfactoren leidt tot bereikte doelen, een gerealiseerde business case en tevreden stakeholders. Interessant wordt het als de succesfactoren tegengewerkt worden. Natuurlijk moeten management en gebruikers betrokken worden. Maar wat als ze die betrokkenheid niet tonen? Juist dan komt de praktische insteek van dit boek om de hoek. Voor dergelijke 'wat dan vragen' is veel aandacht. Het sturen op succesfactoren brengt wel een risico met zich mee: door veel vast te leggen, ontstaat de neiging te bureaucratiseren. Dan voldoe je misschien aan de initiële succesfactoren, maar het opgeleverde resultaat sluit niet meer aan bij wat nodig is. Operatie geslaagd, patiënt overleden. Daarom is het goed te constateren dat de succesfactor 'flexibiliteit en creativiteit' aandacht krijgt in het boek. De aandacht voor de zachtere factoren zoals teamwerken is ruim voldoende. De analogie van baseballteam, footballteam en basketballteam illustreert goed welke verschillen tussen teams bestaan. Ook de teamrollen komen daarbij aan de orde, maar wat mij betreft te beperkt om praktisch toepasbaar te zijn. De beginnende projectmanager die daarmee aan de slag wil, heeft een verdere verdieping nodig. Bij de behandeling van planning & control komt een vaak vergeten instrument aan de orde: de slipchart. Bij het sturen op de einddatum is het verleidelijk om de tussenliggende mijlpalen te laten opschuiven en de einddatum toch te handhaven. Op een te laat moment komt de dan onvermijdelijke projectuitloop boven het maaiveld uit. De slipchart geeft dat inzicht veel eerder. Ook een eenvoudig instrument als de CPI (Cost Performance Index) is keurig beschreven. De schrijvers benadrukken dat niet alle projecten gelijk zijn. Ook mensen zijn allen verschillend. Certificering van projectmanagers heeft als risico dat aangestuurd wordt op methodische eenheidsworsten die vooral de harde kant op een uniforme wijze beheersen. Soms wordt die werkwijze ook nog vastgelegd in handboeken die nog verder abstraheren. De match die er moet zijn tussen project en persoon is erg belangrijk en is door de schrijvers goed genuanceerd. In één woord samengevat: een 'laagdrempelig' boek en daarmee een prima introductie tot het vakgebied voor nieuwe en aankomende projectmanagers. Het kan het verschil maken tussen 'matig werken' en 'projectmatig werken'...
Over Joost van Driessen
Joost van Driessen is manager bij het Ministerie van Defensie. Hij is afgestudeerd in de informatica aan de Universiteit Leiden en deed zijn MBA-opleiding bij de Business School Nederland. Zijn werkterrein bevindt zich op het grensvlak waar organisatie en informatie elkaar raken.