Heeft Keuning school gemaakt?
Ik denk het wel. Keuning heeft steeds betoogd dat structuur als stelsel van afspraken centraal moet staan bij het analyseren van organisaties. Alle andere zaken, zoals de mensen of de cultuur, zijn bij hem van ondergeschikt belang. Dat gedachtegoed heeft veel mensen geïnspireerd, hoewel sommige organisatiekundigen tot totaal andere conclusies kwamen. Ook die stemmen zijn in deze bundel vertegenwoordigd. Het is een gemêleerd gezelschap.
Keuning staat bekend om zijn kritiek op het slordige taalgebruik van adviseurs en managers. In zijn vorige boek riep hij op tot ‘structuurhygiëne’. Ook over cultuur wordt onzorgvuldig gesproken, stelt u in de bijdrage die u samen met Marjo Dubbeldam schreef voor Leven in structuren. Waarom is dat erg?
Vooral in de media worden steeds meer zaken onder de noemer cultuur geschoven. Dat wordt daardoor een containerbegrip. Op het laatst weet niemand meer waar het over gaat als we spreken over bedrijfsculturen. Het is makkelijk om te constateren dat er iets mis is met de cultuur van je organisatie, maar vervolgens moet je verder zoeken. Welke elementen van de cultuur zijn een probleem, wat moet er veranderen? Vaak blijkt dan dat ook de structuur van de organisatie moet veranderen. Die kun je bovendien makkelijker en sneller veranderen dan de cultuur.
Lange tijd kreeg cultuur meer aandacht dan structuur. Is het structuurdenken bezig aan een comeback?
Midden jaren tachtig kwam er veel onderzoek op gang naar de invloed van cultuur op veranderingsprocessen. Dat ging ten koste van de aandacht voor structuren. Langzamerhand komt structuur terug op de agenda. De laatste tien jaar is er nauwelijks nog nieuw wetenschappelijk onderzoek verschenen naar bedrijfsculturen. Zie het als een pendulebeweging. De pendule is nu terug bij structuur, hoewel de aandacht voor cultuur niet is verdwenen. In het debat over de oorzaken van de kredietcrisis gaat het over falende structuren, maar ook over de cultuur die bepaald gedrag mogelijk maakte. Die twee zaken kun je niet los van elkaar zien. Bij ING wordt een moreel beroep gedaan op managers om hun bonus in te leveren. Dat gaat absoluut over cultuur. Een jaar of tien vijftien geleden dachten Marjo Dubbeldam en ik dat cultuur doorslaggevend was. In ons denken heeft een kentering plaatsgevonden. Wij zijn er nu van overtuigd dat veranderprocessen beginnen bij de structuur. Dat kan een hefboom zijn om de cultuur te veranderen.
Voortschrijdend inzicht?
Het heeft te maken met het tijdsbeeld. Onze eerste verhalen over organisatieverandering schreven wij eind jaren tachtig. De cultuurbenadering was toen dominant, die werd je met de paplepel ingegoten.
Worden adviseurs zorgvuldiger in het gebruik van managementtermen?
Ik denk dat er meer ‘hygiëne’ is dan een aantal jaar geleden. Bij klanten is langzamerhand is het besef doorgedrongen dat het stempel adviseur geen garantie is voor kwaliteit. De beroepsgroep heeft zich geprofessionaliseerd, onder andere door de invoering van keurmerken voor adviseurs en bureaus. Doede Keuning heeft daar met zijn werk en zijn onderwijs een belangrijke bijdrage aan geleverd. Hij heeft een brug geslagen tussen de wetenschap en de praktijk.
Over Rob Hartgers
Rob Hartgers is freelance journalist.