De metafoor waar Yong Zhao zijn boek mee begint is ijzersterk. Hij vertelt over Benjamin Franklin die een vriend had met een goed en een slecht been. De vriend vertelde aan Franklin dat hij de mensen die het gesprek aangingen over zijn slechte been in het vervolg ging mijden. Het onderwijs doet de auteur denken aan diè mensen: het heeft het steeds over de zwakke punten van de leerling. Zo is er een prestatiekloof gekomen die zo centraal is komen te staan dat aan niets anders meer gedacht kan worden. De aannames om die kloof te dichten, kloppen niet aldus de auteur. Dat er een vaste set aan vaardigheden nodig is en dat alle kinderen in staat zijn deze vaardigheden zich eigen kunnen maken, is niet langer geldend.
Het onderwijs heeft een stevig geloof in de meritocratie. Zhao legt uit dat de klassieker ‘The rise of the meritocracy’ daar van invloed op is zonder dat dat de bedoeling was van auteur Michael Young. Die schreef juist dit dystopische boek om mensen juist te waarschuwen tegen een samenleving waarin we mensen belonen voor hun verdiensten (merits) op het gebied van intelligentie en inspanning. Maar het satirische boek is in de 21e eeuw verworden tot een ideaal dat veel landen in de wereld najagen. Dit tot groot verdriet van Young.
Zhao legt uit dat het geloof in de meritocratie leidt tot een ‘ambitieus nastreven van middelmatigheid’. Leerlingen kunnen niet in alles uitblinken, dus gemiddeld wordt het middelmatig.
Op een heldere manier betoogt de hoogleraar van Chinese oorsprong dat dit niet de juiste koers is. De kritiek die hij op het onderwijs heeft, doet me denken aan wijlen Ken Robinson die in de vele boeken die hij schreef op gepassioneerde doch onderbouwde wijze duidelijk maakte wat er wereldwijd mis was met het huidige onderwijs.
Yong Zhao pleit voor personaliseerbaar onderwijs dat hij duidelijk onderscheidt van ‘gepersonaliseerd onderwijs’ dat volgens hem door de commercie is gekaapt. Waar gepersonaliseerd leren gaat over het wegwerken van achterstanden richt personaliseerbaar onderwijs zich op het uitbouwen van sterke punten. Elke leerling heeft iets waarin hij kan uitblinken. Het is de taak, aldus Zhao, van zowel leerkrachten als ouders om dat unieke in elk kind te ontdekken.
De lezer krijgt ook een voorbeeld van een school waar het concept personaliseerbaar onderwijs werd toegepast. Het Templestowe College in Australië maakte duidelijk dat je leerlingen de regie kunt geven en dat eigenaarschap geen begrip is voor een commerciële folder maar een begrip dat toegepast kan worden. Leerlingen mochten zelf keuzes maken over wat ze wilden leren terwijl tegelijkertijd werd voldaan aan de eisen die de Australische overheid aan het onderwijs stelde. De auteur vroeg aan de betreffende schoolleider: Wat had je nodig om innovatief te worden? Het antwoord: Vertrouw me.
De vraag is wie dit gaat oppakken. Zhao realiseert zich heel goed dat het niet alleen de leerling is die weinig vrijheid kent in het onderwijs, hetzelfde geldt ook voor de leerkrachten: zij werken in een strikt gecontroleerde omgeving. Het vereist dus een enorme inspanning, moed en vertrouwen om die vrijheid te voelen en te pakken. De auteur beschrijft de nieuwe vaardigheden voor leerkrachten die vanuit dit perspectief willen werken. Maar zijn niet alleen aan zet, ook de overheid en ouders en hebben hun verantwoordelijkheid te nemen.
Kortom: Een inspirerend boek, goed geschreven met een hoopvolle boodschap.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.