Een werkgever mag niet eenzijdig de werktijd verminderen; dat verbod is neergelegd in het BBA 1945. Op dat verbod kan ontheffing worden verleend, ook wel genoemd de shorttime-vergunning. Bij een beslissing voor een dergelijk verzoek gelden de criteria uit de Beleidsregels ontheffing verbod werktijdverkorting 2004.
Volgens die Beleidsregels moet het gaan om een verlies aan arbeidscapaciteit van de werknemer van minimaal 20%. Maar vooral ook moet dat verlies tijdelijk zijn (dus geen structurele wijziging van de markt waarin het bedrijf opereert). Daarnaast moet de oorzaak een buitengewone omstandigheid zijn die in redelijkheid niet voor risico van de ondernemer behoren te komen.
Ook dit criterium maakt de toepasselijkheid van deze ontheffingsmogelijkheid niet bijster groot. 'Verbod van werktijdverkorting' van Harry van Drongelen is door zijn prettige schrijfstijl en duidelijke inhoudsopgave toegankelijk voor werkgevers en juristen. Het bevat een aantal bijlagen waarin de specifieke regelgeving op dit gebied ter uitvoering van het BBA 1945 vermeld worden.
Daarnaast bevat het een hoofdstuk dat kort en adequaat de problematiek van werkeloosheid en WW-uitkering bespreekt in het kader van die werktijdverkorting. Aldus geeft dit boek een beschrijving van de regeling van het verbod van werktijdverkorting, wat een praktisch naslagwerk oplevert voor iedereen die met de bedoelde situaties te maken heeft of krijgt.