De Voor Dummies serie beginnen altijd met een spiekbrief die voor de lezer een handig naslagwerkje is en meteen laat zien waar het boek over gaat. Als rode draad door 'Coachen voor dummies' zie ik vooral een lijn van positief zoeken naar talent van de medewerker en de mogelijkheden die coachen bieden aan managers om die talenten bij medewerkers te ontwikkelen. In het eerste deel van dit boek leren we om de betrokkenheid van werknemers te verhogen via coaching. En in het tweede deel gaat het over het coachen voor resultaat, iets wat voor de meeste managers het belangrijkst is. Zeker in organisaties waar controle nog steeds een belangrijk onderdeel is van het aansturen van medewerkers. Coachen voor resultaat laat zien hoe functioneringsplannen SMART opgesteld moeten worden. In deel 4 gaat het vooral over motivatie en delegeren. En hier krijgen we tips en trucs (tien stuks), zoals vaker in de Voor Dummies serie.
Als uitgangspunt geeft Marty Brounstein aan dat ze van twee aspecten uitgaat: allereerst bekijken we hoe iemand in de rol van manager functioneert. In de benadering van de manager als coach werkt de manager als leider, ontwikkelaar en gids van een team en van de individuen in dat team. En het tweede aspect: coaching is een verzameling van managementvaardigheden die erop zijn gericht om werknemers zo productief mogelijk te laten functioneren. Als hulpmiddellen bij coachen noemt Brounstein de volgende onderdelen: doelen stellen en functioneringsplannen maken, feedback geven op functioneren, periodieke functioneringsgesprekken voeren, ontwikkeling stimuleren door begeleiding te geven, tutoring door middel van vragen, werknemers onder de hoede nemen en functioneren van werknemers motiveren. Maar ook delegeren om de productiviteit te stimuleren en te verhogen; ontwikkelen van vaardigheden stimuleren, stimuleren en ondersteunen van carrière ontwikkeling en interveniëren om functioneren te verbeteren. De auteur toont een duidelijk verschil tussen de manager als coach versus de manager als doener. Eigenlijk is dit overzicht in het boek de basis, want het laat onmiddellijk zien waar we als manager mee aan de slag moeten/mogen. Zo is het bijvoorbeeld bij planning zo dat een coach tijd investeert in planning, terwijl een doener te weinig tijd heeft voor planning vooraf. En een coach heeft oog voor de toekomst, terwijl een doener de strijd pas aangaat als er een crisis is. Wat ik zelf het mooiste advies aan coachende managers vind, staat in hoofdstuk 4; tijd maken om contact te houden. Er wordt gezegd dat het voeren van elektronische communicatie goed is om informatie, updates, documenten en correspondentie uit te wisselen. Maar dat contact houden via e-mail of voicemail niet hetzelfde is als betrokken blijven bij de werknemer. Dat als u hem niet persoonlijk ziet of met hem praat, u niet echt verbonden bent. Mensen bouwen relaties met anderen op door middel van 'live' ontmoetingen, niet door interacties via computers en telefoonbeantwoorders. De auteur zegt: 'coaching bestaat uit dialoog'. En ik kan het alleen maar krachtig met hem eens zijn. Coachend managen is eigenlijk managen door middel van dialoog. En is op die manier een prima vorm van managen binnen alle organisaties en binnen alle 'soorten' medewerkers. Zodra we als manager door middel van dialoog verbinding maken met onze medemens ontstaat een verbinding. En dan kan coachend managen ineens allerlei naamkaartjes krijgen - maar uiteindelijk werkt het door dat de medewerker voelt dat de manager interesse heeft in hem/haar. 'Coachen voor dummies' is een prima gids om de beginnende manager op weg te helpen bij het stimuleren van medewerkers vanuit dialoog.
Over José Otte
Dr. José W. Otte MBA werkte als waarderend onderzoeker met een bedrijfskundige gedragswetenschappelijke achtergrond. Zij faciliteerde sociale innovatie door het introduceren van dialooggroepen waarin gewerkt werd met bijzondere vragen. Ze was verbonden aan Mizu. José geniet inmiddels van een welverdiend pensioen, en recenseert geen boeken meer.