Column

Bieten

Heel soms bekruipt mij het gevoel dat ik niet meer volledig aangehaakt ben bij de wereld. Niet lang geleden werd ik gevraagd voorzitter te zijn van een strategische heidag van een grote not-for-profit organisatie in het oosten van het land.

Rene ten Bos | 29 april 2013 | 3-4 minuten leestijd

Leuk, dacht ik, kan ik de academische tuin weer eens verlaten en me onder echte mensen wagen. Ik doe dit soort dingen niet vaak, want mijn bazen op de universiteit vinden dat ik betere dingen te doen heb en ik vind dat ze daar meestal wel gelijk in hebben. Maar zonder uitzonderingen vaart niemand wel en op een grijze februariochtend reed ik in mijn nog grijzere Peugeot naar Duitsland om me aan te sluiten bij een groep hyperintelligente mensen om met hen te gaan praten over de dingen des levens.

De setting was adembenemend. Mooie gebouwen, zuilengangen, rococostijl, symmetrisch aangelegde tuinen en onpeilbare wandelpaden door donkere wouden waar je de wolven al voelt aankomen. Buiten zwommen ouden van dagen als eenden kakelend in warmwaterbaden. Over de dampen galmde James Last, de vermaarde Duitse orkestleider die nog steeds actief is en die als geen ander, al plukkend aan zijn snor, zijn muzikanten aanzet tot het irritantste geluidsbehang dat denkbaar is.

Kortom, de ideale omgeving voor een zinvolle dag. Omdat ik zelf niet al te veel moest zeggen, luisterde ik, ondertussen driftig aantekeningen makend, naar wat de leden van het managementteam te vertellen hadden. Mooie verhalen, kleine verhalen, spannende verhalen, grote verhalen. Van alles wat. En plotsklaps zei iemand: ‘En als je niet uitkijkt, ga je zo de bietenberg op.’

Ik was perplex. De bietenberg opgaan. Ik begreep er niets van, maar zei niets en probeerde uit de context af te leiden wat er bedoeld zou kunnen zijn. Maar het lukte niet, ook omdat ik me de enorme krootbergen voor de geest haalde die ik vroeger bij boeren in Twente wel eens had gezien. Mijn vader kocht nog groente bij de boer en ik ging wel eens met hem mee. Ik vond die krootbergen altijd onbeschrijflijk vies. Door het roodzwarte vlees kropen wormen en overal vlogen dikke vette vliegen. Later als de bieten zwoel dampend in mooie schijven op je bord naast een speklap lagen, vroeg je je af hoe het in vredesnaam mogelijk was dat uit die miasmatische pulp iets lekkers kon ontstaan. In de keuken, concludeerde ik, had mijn moeder wonderen verricht. En de dag erop kreeg je van de vele bieten die je geconsumeerd had ook nog een rode plas. Dat was het allerleukste: een groente met een duidelijk fysiek effect. Ik hield intens van die bieten.

Zo zat ik daar onder het hoge, geornamenteerde plafond te mijmeren over de bieten uit mijn jeugd en over waarom ik ze eigenlijk nooit meer at en over de vraag of die badmutsen in die warmwaterbaden niet leken op bieten. Zou Last ook bieten eten? Dat soort vragen. Plotsklaps begon iemand weer over de bietenberg. Even dacht ik nog aan andere groentebergen, bijvoorbeeld aan komkommerbergen, tomaatbergen of zelfs taugébergen. Geloof het of niet, al deze bergen hebben echt bestaan en ze duidden doorgaans op rampzalige tijden voor telers. Maar van bietenbergen had ik echt nog nooit gehoord.

Ik vroeg daarom: ‘Wat bedoelen jullie eigenlijk met de bietenberg?’

En ik kreeg een uitleg met een verhaal erbij. Eigenlijk, zo bleek, is de uitdrukking ‘de bietenbrug opgaan’. Boeren reden vroeger met hun met bieten volgeladen karren over landweggetjes. Bij bruggen rolden, als dikke traandruppels, de bieten over de rand van de kar. Paardenhoeven en houten wielen van andere karren stampten dan de bieten plat, waardoor er bij die bruggen een gladde rode massa ontstond waarover het makkelijk uitglijden was. Kortom, de bietenbrug of de bietenberg opgaan betekent niets meer en niets minder dan dat dingen soms faliekant verkeerd kunnen aflopen.

Inmiddels weet ik van alles over bietenbergen en bietenbruggen en denk ik dat het goed zal zijn om binnenkort de biet weer eens naast een speklap aan mijn kinderen te serveren. U snapt het: strategische heidagen leveren altijd onverwachte resultaten op.

Over Rene ten Bos

René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en honorary professor aan de Universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in kritische management theorieën en heeft gepubliceerd over verschillende onderwerpen, zoals organisatie-ethiek, strategisch management en genderstudies.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden