Het antwoord ligt natuurlijk voor de hand: foute mannen komen vaker voor dan foute vrouwen. Natuurlijk vraag ik me af of ik zelf ook een foute man ben, maar ik durf – ik zal er maar eerlijk over zijn – het antwoord niet echt onder ogen te zien. De reden hiervoor is heel simpel: als ik fout ben, dan worden me een hoop eigenschappen, waar ik stiekem maar wat jaloers op ben, ontzegd. De foute man, zo lees ik op allerlei websites, is charmant, kent de vrouwelijke ziel, koppelt welbespraaktheid aan empathie en is ook nog eens onweerstaanbaar aantrekkelijk voor vrouwen. Als ik dat soort dingen lees, wil ik ook een foute man zijn. Lijkt me leuk. Het enige wat een foute man doorgaans niet wil, is een relatie aangaan. De foute man wil de sociale consequenties niet accepteren van zijn frivole escapades. Dat alleen maakt hem fout. In het veelgelezen magazine Psychologie las ik dat zo’n foute man een slet is. Hij is dus een slet omdat de vrouwen die hij verleidt een sociale in plaats van een financiële prijs betalen. Foute sletten: een recept voor mistroostigheid.
Wil ik met deze wetenschap nog steeds een foute man zijn? Ik wil natuurlijk niet dat anderen ongelukkig worden door wie ik ben. Ik neem me dus voor geen foute man te zijn. Ik voel echter een groot onbehagen bij dit voornemen. Niet dat ik nu meteen een verlangen heb een mannenslet te zijn, verre van dat zelfs, maar toch hoop ik niet dat mensen al die mooie eigenschappen van foute mannen niet in mij zien. Dat lijkt me ook mistroostig. Voor mijzelf dan. Ik besef dat dit behoorlijk egoïstisch is en dat zullen sommigen natuurlijk ook behoorlijk fout vinden. Toch wil ik niets minder dan een herdefinitie van ‘foute mannen’, een definitie die de link met relaties en al het andere psychologische gemuggenzift uit de weg gaat.
Ik geef eerst drie voorbeelden van foute mannen. 1) Een foute man is een manager die na toiletbezoek met een pisvlek in zijn kruis zich weer onder het vergaderende gezelschap mengt. 2) Een foute man is een man die het heel belangrijk vindt om op de braafste en saaiste conferentie ter wereld, het World Economic Forum in Davos, allerlei clichés over duurzaamheid en armoede in de wereld te slingeren. 3) Een foute man is de negerslaaf die zo schitterend gespeeld wordt door Samuel Jackson in de film Django Unchained. Hij heeft zich neergelegd bij een valse ideologie – één die zegt dat het negerras inferieur is aan het blanke ras – omdat hij denkt te weten dat dit de enige kans is om te overleven. In zijn kruiperigheid verraadt hij alle mensen die andere overlevingskansen zien.
Foute mannen zijn dus geen maffiabazen of zichzelf verrijkende bestuurders of seriemoordenaars. U moet me hier goed begrijpen: dit soort mensen doen wel foute dingen, maar dat wil niet zeggen dat ze foute mannen zijn. Foute mannen zijn ook geen sletten die vrouwen met hun verleidingskunsten in de mistroostigheid storten. In mijn alternatieve definitie van foute mannen komen drie begrippen voor: vies, saai en kruiperig. Zoiets lees ik eigenlijk nergens in de discussies op websites over foute mannen. Geen woord staat er over walging, verveling of vals bewustzijn. Alleen maar relatiegedoe en andere zieligheid. En hoe fout ik nu zelf ben, blijkt maar weer eens uit het feit dat ik me, nu ik me uitgesproken heb, afvraag of er eigenlijk vrouwen zijn die het niet stiekem met me eens durven te zijn.
Over Rene ten Bos
René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en honorary professor aan de Universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in kritische management theorieën en heeft gepubliceerd over verschillende onderwerpen, zoals organisatie-ethiek, strategisch management en genderstudies.