Pas geleden werd ik op een feestje van zakenvrouw Annemarie van Gaal voorgesteld aan neuropsycholoog Dr. Erik Matser. Hij had kennisgenomen van mijn recente boek over toptalent, maar hoewel hij zich op hoofdlijnen kon vinden in mijn bevindingen, vond hij dat er toch een belangrijke nuancering moest worden toegevoegd.
Matser, die onder andere onderzoek deed naar hersenletsel bij profboksers in Amerika, werd ook een tijd lang ingehuurd door de Russische miljardair Abramovich van voetbalclub Chelsea. Volgens de specialist, die ook de hersenstructuur van toppianisten onderzocht, lijkt het brein een grote rol te spelen bij het tot stand komen van topprestaties waar mathematisch of ruimtelijk inzicht een cruciale rol speelt, zoals in eerder genoemde gebieden. Hij hanteerde daarbij de methode die ook door managementgoeroe Jim Collins (auteur van ‘Built to Last’ & ‘Good to Great’) gebruikt werd en waarbij de allerbeste talenten vergeleken werden met gewoon gemiddeld goede talenten. In de voetbalwereld keek Matser onder andere naar spelers die het Nederlands elftal haalden versus de groep die deze selectie niet gehaald hadden. Om vervolgens tot de conclusie te komen dat de hersens van de ‘best and the brightest’ op sommige terreinen anders zijn dan die van gemiddelde talenten.
World class-talenten zijn volgens Matser in staat om mentale berekeningen uit te voeren die voor de buitenwacht nauwelijks te volgen zijn. Verder valt op dat het onderwerp waarmee ze werken een verlengstuk van hun lichaam lijkt te zijn. Dat kan een piano zijn of bij voetballers of honkballers een bal. De topspelers leren vooral van interactie met elkaar en niet van repetitie met mensen onder hun niveau.
Recentelijk benaderde de gepassioneerde neuropsycholoog mij weer, omdat hij zich afvroeg of zijn bevindingen ook toepasbaar bleken op de corporate wereld. Zouden de hersenen van de ‘outperformers’ in het bedrijfsleven daadwerkelijk anders functioneren dan die van gemiddeld goede managers? Wat zou er gebeuren als je de meest succesvolle directieleden van complexe bedrijven vergelijkt met de controlegroep? Ik ben benieuwd of ik mijn bevindingen moet nuanceren.<
Column
Toptalent: vooral aangeboren of aangeleerd?
Al geruime tijd ben ik overtuigd van het feit dat talent voor een behoorlijk deel maakbaar is. Wie intrinsiek gemotiveerd is en bereid is om tienduizend uur of langer gericht te trainen, met name in een context waar je omringd wordt door het beste talent, wordt op termijn bijna gegarandeerd erg goed. Wie daarnaast ook nog in staat is tot actieve zelfreflectie en geen lichamelijke of mentale beperkingen tegenkomt, kan het in veel gevallen zelfs brengen tot de mondiale top.