trefwoord
Industriepolitiek: De terugkeer van overheidsregie
Industriepolitiek is terug van weggeweest. Na decennia waarin de markt vrij spel kreeg, pakken overheden wereldwijd weer actief de regie. Of het nu gaat om de Green Deal in Europa, de Inflation Reduction Act in de VS, of China's Belt and Road Initiative – strategische sturing van industriële ontwikkeling staat hoog op de agenda. Deze verschuiving markeert een fundamentele koerswijziging in economisch denken.
De coronapandemie en geopolitieke spanningen hebben pijnlijk blootgelegd hoe kwetsbaar open markten kunnen zijn. Chiptekorten, verstoorde aanvoerketens en afhankelijkheid van autoritaire regimes dwongen beleidsmakers tot heroverweging. Tegelijkertijd vraagt de klimaattransitie om grootschalige investeringen die de markt alleen niet kan leveren. Industriepolitiek is niet langer taboe, maar noodzaak.
Europa's strategische koerswijziging
Nergens is de omslag zichtbaarder dan in Europa. Het continent dat decennialang trouw bleef aan marktwerking en concurrentieregels, gooit het roer om. Brussel omarmt actieve industriepolitiek met planning, staatssteun en strategische investeringen in sleutelsectoren.
Boek bekijken
Spotlight: Marc De Vos
Boek bekijken
Beide auteurs onderkennen dat Europa voor een existentiële keuze staat. Blijven vasthouden aan oude marktdogma's betekent achterstand op China en de VS. Een actieve industriepolitiek die groene innovatie, strategische autonomie en sociale cohesie combineert, kan Europa opnieuw relevant maken. De vraag is niet óf Europa industriepolitiek moet voeren, maar hóe.
De dans tussen overheid en markt
Industriepolitiek roept fundamentele vragen op over de juiste verhouding tussen staat en markt. Te veel overheidsbemoeienis leidt tot inefficiëntie en verspilling. Te weinig interventie resulteert in onderinvestering en maatschappelijke problemen. Waar ligt de balans?
Boek bekijken
De Amerikaanse econoom Mariana Mazzucato heeft het debat over industriepolitiek nieuw leven ingeblazen. Zij ontkracht het stereotype van een saaie publieke sector tegenover creatief ondernemerschap. Integendeel: overheden financieren het risicovolle fundamentele onderzoek waarop private innovatie voortbouwt. Pas als technologieën bewezen zijn, stappen durfkapitalisten in. De winsten vloeien naar aandeelhouders, terwijl de maatschappij de risico's droeg.
China's industriële offensief
Wie over industriepolitiek spreekt, kan niet om China heen. Het land demonstreert wat systematische staatsregie vermag. Vijfjarenplannen, massale subsidies, gedwongen technologieoverdracht en strategische overnames hebben China getransformeerd tot industriële supermacht.
Boek bekijken
Spotlight: Jonathan Holslag
China creëert niet alleen infrastructuur, maar bouwt aan een nieuwe wereldorde waarin het zelf de regels bepaalt en Europa toeschouwer dreigt te blijven. Uit: De nieuwe zijderoute
China's succes stelt westerse landen voor dilemma's. Moeten we het Chinese model kopiëren? Dat botst met democratische waarden en rechtstatelijke principes. Volstaat onze huidige aanpak? Nee, gezien de achterstand in batterijen, zonnepanelen en andere toekomstindustrieën. Een derde weg is nodig: strategische industriepolitiek binnen democratische kaders.
Groene transitie vraagt actieve sturing
De klimaatcrisis dwingt tot ongekende industriële transformatie. Fossiele sectoren moeten verdwijnen, groene alternatieven op schaal komen. Deze transitie vergt investeringen in de biljoenen. Zonder overheidssturing gebeurt dit niet snel genoeg.
Boek bekijken
Groen realisme Europa moet actief sturen op groene industrieën in plaats van te vertrouwen op spontane marktkrachten. De transitie is te urgent voor laissez-faire economie.
De energietransitie is meer dan technologie. Het gaat om werkgelegenheid, regionale ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid. Industriepolitiek moet deze dimensies integreren. Staalfabrieken sluiten lost klimaatprobleem niet op als productie verschuift naar landen met hogere emissies. Groene industriepolitiek betekent: investeren in schone technologie, bijscholen van werknemers, ondersteunen van regio's in transitie.
Nederlandse voorbeelden: van ASML tot innovatie-ecosystemen
Nederland heeft beperkte grondstoffen maar speelt een hoofdrol in de wereldeconomie. Hoe? Door te investeren in kennis, technologie en strategische sectoren. ASML toont wat mogelijk is met de juiste mix van ondernemingszin, kennisinstellingen en overheidssteun.
Boek bekijken
De Nederlandse industrie combineert het beste van twee werelden: ondernemerschap én samenwerking, innovatie én stabiliteit, ambitie én behoedzaamheid. Dit Rijnlandse model staat onder druk van Anglo-Amerikaans aandeelhouderskapitalisme en Aziatische staatskapitalisme. Industriepolitiek moet ruimte bewaken voor dit eigenstandige model.
Toekomst van industriepolitiek: kansen en valkuilen
De terugkeer van industriepolitiek biedt kansen maar kent ook risico's. Overheden kunnen 'winners' verkeerd kiezen, bedrijven afhankelijk maken van subsidies, of protectionisme aanwakkeren dat de wereldhandel schaadt. Tegelijk zijn er sectoren – zoals halfgeleiders, batterijen en medische technologie – waar strategische autonomie legitiem en noodzakelijk is.
Effectieve industriepolitiek vereist:
- Duidelijke doelen: welke sectoren zijn strategisch, welke maatschappelijke uitdagingen pakken we aan?
- Tijdelijke steun: geen permanente subsidieafhankelijkheid maar aanjaagfinanciering.
- Voorwaarden stellen: overheidsgeld koppelen aan duurzaamheid, fatsoenlijk werk, kennisontwikkeling.
- Internationale coördinatie: subsidy-wedloop voorkomen, samenwerken met gelijkgezinde landen.
- Evaluatie en aanpassing: leren van fouten, bijsturen als beleid niet werkt.
Industriepolitiek is geen wondermiddel maar een noodzakelijk instrument in een wereld van geopolitieke rivaliteit en klimaaturgentie. Het vraagt om genuanceerd denken: noch naïef marktgeloof noch technocratische overmoed. De kunst is overheidssturing inzetten waar markten falen, zonder innovatiekracht te smoren of protectionisme te creëren.
Van ideologie naar pragmatisme
Het debat over industriepolitiek verschuift van ideologisch naar pragmatisch. Niet markt of overheid, maar markt én overheid. Beide hebben beperkingen, beide zijn nodig. Overheden kunnen richting geven, risico's nemen en publieke belangen borgen. Markten kunnen efficiënt schalen, innoveren en waardes creëren. De uitdaging is deze krachten productief te laten samenwerken.
Industriepolitiek anno 2025 is volwassen geworden. Ze erkent dat niet alle sectoren even belangrijk zijn, dat sturing kan mislukken, dat internationale samenwerking nodig blijft. Tegelijk durft ze te kiezen: voor strategische sectoren, voor duurzaamheid, voor innovatie, voor sociale cohesie. In een wereld van onzekerheid biedt industriepolitiek houvast – niet als dogma, maar als adaptief sturingsmechanisme.