trefwoord
Grensoverschrijdende samenwerking
Grenzen zijn er in allerlei soorten en maten. Fysieke grenzen tussen landen, culturele grenzen tussen organisaties, thematische grenzen tussen disciplines. Soms zijn ze scherp afgebakend, soms geleidelijk. Maar één ding hebben ze gemeen: wie succesvol over grenzen wil samenwerken, moet leren omgaan met spanning. Want aan weerszijden van die grens gelden andere regels, culturen en verwachtingen. Grensoverschrijdende samenwerking vraagt om professionals die dat ongemak niet uit de weg gaan, maar juist omarmen.
Die spanning manifesteert zich op verschillende niveaus. In de internationale context gaat het om juridische samenwerking tussen landen, bijvoorbeeld bij het verzamelen van digitaal bewijs of bij jeugdjustitie. Binnen organisaties draait het om teams die over afdelingen heen moeten werken, of om publiek-private partnerships. In alle gevallen geldt: de verschillen tussen partijen zijn niet het probleem, maar juist de bron van creativiteit en vernieuwing.
Internationale dimensie: wanneer landen samenwerken
De meest letterlijke vorm van grensoverschrijdende samenwerking vinden we in de internationale context. Criminaliteit stopt niet bij landsgrenzen, en dat dwingt landen tot samenwerking. Maar hoe werk je samen wanneer elk land zijn eigen rechtssysteem, procedures en waarborgen heeft?
Boek bekijken
Boek bekijken
Ook in meer gespecialiseerde rechtsdomeinen speelt grensoverschrijdende samenwerking een cruciale rol. Jeugdjustitie is daar een sprekend voorbeeld van: jongeren en hun families bewegen zich over grenzen, maar elk land heeft zijn eigen benadering van jeugdcriminaliteit.
Boek bekijken
Over organisatiegrenzen heen: de interne uitdaging
Maar grensoverschrijdende samenwerking is niet alleen een internationaal vraagstuk. Binnen organisaties worstelen afdelingen, teams en disciplines met soortgelijke uitdagingen. Professionals die gewend zijn binnen hun eigen silo te werken, moeten plotseling samenwerken met collega's die een heel andere taal spreken, andere prioriteiten hebben en andere succescriteria hanteren.
SPOTLIGHT: Mathieu Weggeman
Boek bekijken
Tweebenigheid: de kerncompetentie van grenswerkers
Professionals die op grensvlakken werken – tussen organisaties, tussen publiek en privaat, tussen beleid en uitvoering – hebben een bijzondere positie. Ze staan letterlijk met één been binnen en één been buiten. Deze 'grenswerkers' ervaren dagelijks de spanning tussen loyaliteit aan de eigen organisatie en commitment aan het samenwerkingsverband.
Deze tweebenigheid is geen natuurtalent maar een te ontwikkelen competentie. Linksbenigen hebben een voorkeur voor structureren en plannen, rechtsbenigen voor experimenteren en de randen opzoeken. Wie beide benen inzet, vergroot zijn handelingsrepertoire aanzienlijk. Maar het vraagt wel de moed om tijdelijk je evenwicht te verliezen.
Het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking wordt door Weggeman genoemd als een belangrijke taak voor managers van professionals. Het is een van zijn expliciete aanbevelingen. Uit: Leidinggeven aan professionals? Niet doen!
Spanningsvelden: niet oplossen maar hanteren
Een veelgemaakte fout bij grensoverschrijdende samenwerking is het proberen wég te nemen van spanningen. Organisaties zoeken naar consensus, naar gemeenschappelijke doelen, naar win-win. Maar wat als de échte waarde juist in de spanning zit? Wat als verschillen niet het probleem zijn, maar de oplossingsruimte?
Succesvolle grenswerkers leren leven met paradoxen. Ze moeten gelijktijdig vertrouwen op mensen én op systemen. Ze moeten zowel hun autonomie bewaken als deze opgeven voor het grotere geheel. Ze moeten transparant zijn over hun eigen belangen, maar ook ruimte maken voor de belangen van anderen. Dit zijn geen keuzes tussen A of B, maar voortdurende balanceeracties tussen beide.
Boek bekijken
Cross-border Access to Electronic Evidence Internationale samenwerking bij cybercrime leert ons dat juridische harmonisatie niet altijd nodig is. Soms volstaat het om elkaars systemen te begrijpen en wederzijds respect te hebben voor verschillende procedures, zolang het einddoel maar gedeeld wordt.
Van theorie naar praktijk: regievoering zonder macht
Hoe voer je eigenlijk regie op samenwerking zonder hiërarchische macht? Dat is de grote uitdaging van grensoverschrijdende samenwerking. Je hebt geen baas, geen laatste woord, geen doorslaggevende stem. Je positie is gebaseerd op vertrouwen, expertise en het vermogen om partijen te verbinden rond een gedeelde opgave.
Deze nieuwe vorm van regievoering vraagt om een andere sturingsfilosofie. Niet vanuit bevoegdheden, maar vanuit persoonlijk leiderschap. Niet vanuit controle, maar vanuit dienen. De regisseur dient het samenwerkingsverband, zoals een kapitein zijn schip dient. Dat vraagt om iemand die kan begrijpen wat verschillende belangen zijn en deze steeds kan richten op het hogere doel.
Cross-border evidence gathering EU-samenwerking bij bewijsverzameling demonstreert dat effectieve grensoverschrijdende samenwerking vraagt om wederzijdse erkenning van elkaars systemen. Je hoeft niet hetzelfde te zijn om goed samen te werken, maar je moet wel elkaars werkelijkheid begrijpen en respecteren.
De toekomst: meer grenzen, meer samenwerking
De wereld wordt niet eenvoudiger. Maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering, digitalisering, migratie en energietransitie stoppen niet bij grenzen. Ze vragen om samenwerking tussen landen, tussen sectoren, tussen disciplines. Tegelijkertijd zien we ook toenemende polarisatie en het oprichten van nieuwe grenzen.
Deze paradox maakt grensoverschrijdende samenwerking niet minder belangrijk, maar juist urgenter. Organisaties die hierin excelleren, ontwikkelen een concurrentievoordeel. Niet door grenzen weg te nemen, maar door te leren dansen op die grenzen. Door tweebenigheid te ontwikkelen, spanningen te omarmen en verschillen als bron van innovatie te zien.
EU youth justice De Europese jeugdjustitie toont aan dat grensoverschrijdende samenwerking bij kwetsbare groepen extra zorgvuldigheid vraagt. De spanning tussen efficiënte samenwerking en bescherming van rechten van minderjarigen vraagt voortdurend om maatwerk en reflectie.
Conclusie: grenzen als kans
Grensoverschrijdende samenwerking is geen makkelijke weg. Het vraagt om professionals die ongemak kunnen verdragen, die spanning niet als bedreiging maar als energiebron zien, die kunnen schakelen tussen verschillende werelden zonder hun eigenheid te verliezen. Het vraagt om organisaties die ruimte geven aan grenswerkers en begrijpen dat consensus niet altijd het doel moet zijn.
Maar de opbrengst is groot. In de internationale context leidt het tot effectievere rechtspraak en betere bescherming van burgers. Binnen organisaties ontstaan innovaties die binnen silo's nooit bedacht zouden worden. En op maatschappelijk niveau krijgen we grip op vraagstukken die geen enkele partij alleen kan oplossen.
De grens is niet de plek waar samenwerking ophoudt. Het is de plek waar de echte samenwerking begint.