trefwoord
Adam Smith: De Filosoof die de Economie Opnieuw Uitvindt
Adam Smith (1723-1790) is één van de meest misverstane denkers uit de geschiedenis. We kennen hem als de vader van het kapitalisme, de man van de onzichtbare hand en het eigenbelang. Maar wie was hij werkelijk? En belangrijker nog: wat kunnen we vandaag van hem leren over economie, ethiek en de vraag hoe we willen samenleven?
Smith schreef twee monumentale werken. The Theory of Moral Sentiments (1759) gaat over ethiek, sympathie en hoe mensen moreel handelen. The Wealth of Nations (1776) analyseert economische welvaart en arbeidsdeling. Lange tijd werd gedacht dat deze boeken tegenstrijdig waren: de ene over altruïsme, de andere over egoïsme. Niets is minder waar. Smith zag economie als een morele wetenschap waarin eigenbelang en andermans belang onlosmakelijk verbonden zijn.
Boek bekijken
Smith's Geweten: De Onpartijdige Toeschouwer
Centraal in Smith's ethiek staat de 'onpartijdige toeschouwer' – ons innerlijke morele kompas dat zich ontwikkelt door omgang met anderen. Het is geen externe standaard, maar een dynamisch geweten dat constant in ontwikkeling is. Hoe meer verantwoordelijkheid je draagt, hoe scherper je dit kompas moet houden.
Het geweten is feilbaar, waarschuwt Smith. We zijn vatbaar voor zelfbedrog, wensdenken en morele ontkoppeling. Toch zijn we niet machteloos. Door reflectie, rolmodellen en het actief ontwikkelen van deugden kunnen we ons moreel kompas verfijnen. Voor hedendaagse managers is dit geen luxe maar een noodzakelijke vaardigheid.
Spotlight: Edgar Karssing
Van Moraalfilosoof naar Econoom: Een Onlosmakelijke Eenheid
Smith werd in zijn eigen tijd beroemd door zijn ethiekboek, niet door zijn economische analyses. Zijn reputatie als 'vader van het kapitalisme' kwam pas later, vaak gebaseerd op selectieve citaten en halve waarheden. De beroemde 'onzichtbare hand' wordt in The Wealth of Nations slechts één keer genoemd – nauwelijks het centrale principe van zijn denken.
Volgens Tomáš Sedlácek moeten we Smith lezen als een ethisch denker die economie begreep als onderdeel van een groter moreel geheel. Wie alleen zijn economische werk leest zonder de moraalfilosofie, mist de essentie. Smith geloofde niet in ongeremde hebzucht, maar in 'welbegrepen eigenbelang': je komt alleen verder als je samenwerkt en rekening houdt met anderen.
Boek bekijken
De Mythe van de Onzichtbare Hand
De grootste misinterpretatie van Smith is dat hij marktfundamentalist zou zijn. Ja, hij verdedigde vrije handel tegen het toenmalige mercantilisme. Maar hij waarschuwde ook nadrukkelijk voor de gevaren van ongebreidelde marktwerking. Hij was voorstander van sociale voorzieningen waar de markt faalt en zag ruimte voor herverdeling.
Zoals Hans Achterhuis laat zien: Smith's vrije markt was ingebed in een moreel kader van rechtvaardigheid, fatsoen en wederzijds respect. Een markt zonder ethiek is geen Smith – het is een dystopie die hij nooit voor ogen had.
Boek bekijken
Je wordt een schurk op het moment dat je op gewiekste wijze met spitsvondigheden voor jezelf ongepast gedrag gaat goedpraten. Wanneer we eenmaal beginnen met dit soort uitvluchten is er geen misstap zo grof dat we er niet toe in staat zijn. Uit: Het feilbare geweten
Smith voor de 21ste Eeuw: Wat Kunnen We Leren?
In een tijd van groeiende ongelijkheid, financiële crises en morele vraagstukken rond AI en duurzaamheid is Smith relevanter dan ooit. Niet als voorvechter van ongebreideld eigenbelang, maar als genuanceerd denker over de balans tussen individuele vrijheid en gemeenschappelijk welzijn.
Volgens Joost Hengstmengel moeten we vooral Smith's complexe visie op eigenbelang begrijpen. Het is geen rauwe hebzucht, maar een subtiel samenspel van eigenbelang, sympathie en moreel besef. De 'homo economicus' zoals die nu wordt gepresenteerd, is een verwrongen versie van wat Smith bedoelde.
Boek bekijken
Economie als Morele Wetenschap
Smith beschouwde economie als een tak van de moraalfilosofie. Hij ging uit van mensen zoals ze zijn: sociaal, feilbaar en gedreven door meer dan alleen geld. Zijn antropologische benadering erkent dat mensen behoefte hebben aan erkenning, betekenis en verbondenheid – niet alleen aan maximale winst.
Zoals Irene van Staveren betoogt: we kunnen veel leren van economen als Smith die verder keken dan alleen cijfers en modellen. Ze begrepen dat economie over mensen gaat, over hun samenleving en hun waarden. Een dimensie die in het hedendaagse economisch denken vaak verloren is gegaan.
Boek bekijken
De Praktijk: Smith Toepassen in Organisaties
Wat betekent Smith's denken concreet voor managers en organisaties? Ten eerste: erken dat economie en ethiek onlosmakelijk verbonden zijn. Je kunt niet succesvol ondernemen zonder rekening te houden met alle stakeholders. Probeer maar eens iets te verkopen zonder het belang van de klant te respecteren. Of bouw een bedrijf op zonder vertrouwen en fatsoen.
Ten tweede: investeer in morele ontwikkeling. Zowel individueel als organisatorisch. Het geweten is niet statisch maar groeit door reflectie, dialoog en het zoeken naar rolmodellen. Organisaties die tijd maken voor ethische reflectie, presteren op de lange termijn beter.
Boek bekijken
Het feilbare geweten Ontwikkel je morele verbeeldingskracht door films te kijken, boeken te lezen en met diverse mensen in gesprek te gaan. Alleen zo voorkom je dat je met steeds dezelfde bril naar de wereld kijkt en kun je verschillende perspectieven innemen bij moeilijke beslissingen.
Smith's Blijvende Erfenis
Adam Smith verdient beter dan het etiket 'vader van het kapitalisme'. Hij was een verfijnde denker die begreep dat economie een middel is, geen doel. Welvaart is belangrijk, maar alleen als die bijdraagt aan een goed leven voor allen – niet alleen voor een select groepje.
Zijn boodschap is helder: markten functioneren alleen goed binnen een moreel kader. Zonder deugden als rechtvaardigheid, weldadigheid en zelfbeheersing ontaarden ze in instrumenten van uitbuiting. Zonder vertrouwen en samenwerking stagneert innovatie. Zonder aandacht voor betekenis en verbondenheid raken mensen gedemotiveerd.
Voor lezers die Smith willen herontdekken, bieden de zes besproken werken verschillende invalshoeken. Van Karssings praktische dialogen tot Sedláceks historische perspectief, van Achterhuis' kritische analyse tot Hengstmengels theoretische diepgang – elk boek belicht een ander facet van deze veelzijdige denker.
De essentie? Smith leerde ons dat economie niet alleen over geld gaat, maar over hoe we willen samenleven. Dat eigenbelang en gemeenschapsbelang elkaar versterken in plaats van tegenwerken. En dat ethiek geen luxe is maar de basis waarop duurzame welvaart wordt gebouwd. Inzichten die ruim twee eeuwen later niets aan kracht hebben ingeboet.