Recensie

De kredietcrisis als een thriller

Met zijn 600 pagina’s is Too Big To Fail op het eerste gezicht bijna ‘too big to read’. Het boek van Andrew Ross Sorkin is echter met zoveel vaart geschreven dat de lengte allesbehalve een straf is. Uit gesprekken met meer dan tweehonderd hoofdrolspelers weet de New York Times-journalist een verhaal te destilleren dat leest als een thriller en de kredietcrisis minutieus reconstrueert.

Jeroen Ansink | 24 november 2010 | 3-5 minuten leestijd

Sorkin mocht daarbij gebruikmaken van persoonlijke e-mails en vertrouwelijke documenten. Zoals de persoonlijke agenda van toenmalig Minister van Financiën Henry Paulson en de brief waarmee van Lehman Brothers-ceo Richard Fuld zijn positie opgaf als toezichthouder van de Federale Reserve in New York. Dat levert een opmerkelijk gedetailleerd verhaal op. We zien de hoofdrolspelers worstelen met een kater na een in Martini’s gedrenkte familiebijeenkomst, hoe ze elkaars echtgenotes beledigen en bijkans met elkaar op de vuist gaan en hoe ze elkaar achter elkaars rug om voor rotte vis uitmaken.

Een dergelijke toegang tot de gesloten elite van Wall Street is opmerkelijk voor een 32-jarige journalist die schrijft voor een krant die in de zakenwereld niet bepaald geliefd is. Zelf wijst Sorkin, die vaak om zes uur al achter zijn bureau zit en soms tweehonderd telefoontjes op een dag afwerkt, op de therapeutische werking van zijn diepte-interviews. De meer dan vijfhonderd uur aan gesprekken hebben zulke hechte banden opgebouwd dat het boekenfeestje voor ‘Too Big To Fail’ werd opgeluisterd door JP Morgan Chase-directeur Jamie Dimon en zelfs een gelukstelegram van superbelegger Warren Buffett.

Deze vriendschappelijkheid wil echter niet zeggen dat Sorkin te dicht bij zijn karakters staat en ze mooier heeft neergezet dan ze daadwerkelijk zijn. Als ‘Too Big To Fail’ één ding duidelijk maakt is het dat de kredietcrisis veroorzaakt werd door mensen van vlees en bloed, die ondanks hun halfgodenstatus serieuze gebreken blijken te hebben. Een oud-collega van Henry Paulson merkt op een gegeven moment bijvoorbeeld op dat de Minister van Financiën geen sociale vaardigheden heeft. Die waarneming wordt even later geïllustreerd als zijn stafleden op een hete zomerdag bijeenkomen in zijn villa van 4,3 miljoen dollar in Washington, DC. Paulson wuift het aanbod van zijn vrouw om zijn gasten verversingen aan te bieden weg met de opmerking dat ze geen dorst hebben. Als ze even later desondanks terugkomt met glazen water, durft niemand te drinken.

Ondanks hun flagrante hebzucht, arrogantie en zelfzuchtigheid is het moeilijk om geen sympathie, of in ieder geval medeleven voor de hoofdrolspelers te voelen. Zo wordt het complexe karakter van Richard Fuld, ceo van zakenbank Lehman Brothers, in twee treffende anekdotes weergegeven. In de eerste beschrijft Sorkin hoe Fuld, die loyaliteit boven alles stelt, samen met de astmatische zoon van een collega een lange wandeling maakt. Een voorbijganger ziet de tienjarige jongen met pijn en moeite voorbijkomen en merkt op, ‘Tjonge, wat zijn we kortademig vandaag.’ Waarop Fuld zich als gestoken omdraait en hem toeschreeuwt: ‘Eet stront en sterf! Eet stront en sterf!’

Verderop in het boek zien we echter de kwetsbare kant van Fuld, als hij alles uit de kast probeert te trekken om zijn falende zakenbank overeind te houden. Sorkin beschrijft hoe collega’s van concurrerende instellingen zijn telefoontjes niet meer aannemen en hoe medewerkers hem negeren omdat ze zijn temperament niet meer vertrouwen. Zijn vertrouweling blijkt te liegen om te verhullen dat hij niet welkom is bij de vergadering om over het lot van de bank te beslissen. ‘Dus ik ben de sukkel’, laat Fuld zich tegenover een ondergeschikte ontvallen als hij het bedrog uiteindelijk ontdekt.

Sorkin heeft naar eigen zeggen inspiratie geput uit de film Crash, waarin diverse verhaallijnen een schijnbaar eigen leven leiden om uiteindelijk in een catastrofale ontknoping bij elkaar te komen. Naarmate de financiële wereld in elkaar stort en de rest van de wereld in haar val omlaag trekt, blijft menig hoofdrolspeler fier overeind met pensioen, bonus en zelfvertrouwen intact. ‘Misschien het meest storende van alles is dat ego’s nog steeds een cruciaal onderdeel van de Wall Street-machine uitmaken,’ schrijft Sorkin. Voor de overlevenden is het gevoel van onoverwinnelijkheid zelfs nog sterker geworden.

Wie zoekt naar een doorwrochte analyse over de kredietcrisis is bij ‘Too Big To Fail’ aan het verkeerde adres. Zo laat Sorkin zijn karakters nauwelijks reflecteren waarom het financiële stelsel zo spectaculair is ontspoord. Het boek biedt echter zoveel inzicht in de beweegredenen en gedachtespinsels van Wall Streets topbankiers dat de noodzaak voor fundamentele hervormingen pijnlijk duidelijk wordt. Washington heeft in een generatie niet zo’n kans gehad om regulering door te voeren, schrijft Sorkin. Het is te hopen dat die conclusie inmiddels ook tot de besluitvormers is doorgedrongen.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden