Sociale innovatie is een populair onderwerp in de polder de laatste jaren. En dat is niet zo vreemd. Innovatie wordt alom gezien als de weg die Nederland moet volgen in een veranderende economische wereldorde. En dat beperkt zich niet alleen tot technologische trouvailles. Juist die – zo blijkt keer op keer uit onderzoek – sorteren alleen vruchtbaar effect als op een goede manier aandacht is besteed aan de organisatorische gevolgen die ze hebben en de rol die mensen daarin spelen. Als werknemers geen motivatie en een bepaalde mate van controle ervaren, is elke veranderingsoperatie gedoemd te mislukken. En vertrouwen tussen management en werkvloer blijkt daarin telkens weer de sleutel te zijn.
In het boek ‘Slimmer werken en sociale innovatie’ leggen TNO-medewerkers Peter Oeij, Luc Dorenbosch, John Klein Hesselink en Fietje Vaas uit wat sociale innovatie is, wat voor gedaantes het aan kan nemen en ze presenteren een uitgebreid onderzoek – de Werkgevers Enquête Arbeid; gehouden in 2008 – onder 5.387 organisaties. Hieruit rijst een beeld op over de stand van zaken met betrekking tot sociale innovatie in Nederland.
De eindconclusie die daaruit getrokken kan worden – ‘er is nog een gigantisch potentieel voor sociale innovatie in het Nederlandse bedrijfsleven’ – is allesbehalve verrassend. Wel verrassend is het feit dat organisaties die geen ondernemingsraad hebben, maar waar wel gewerkt wordt aan een goede relatie tussen management en medewerkers, het op de sociale innovatieschaal beter blijken te doen dan bedrijven waar werknemersparticipatie via de aloude ondernemingsraad is georganiseerd. Dat sluit aan bij de praxis in meer en meer bedrijven en organisaties waar – al dan niet op initiatief van de medewerkers – de OR wordt opgeheven.
Een verschijnsel dat in mijn ogen een onderzoek waard is. Zou het zo zijn dat het aloude instrument OR de broodnodige modernisering van de verhoudingen tussen management en werknemers frustreert? (In voorschot op een onderbouwd antwoord: ik denk het wel).
In ‘Slimmer werken en sociale innovatie’ komt het allemaal aan de orde. Hier en daar is het taalgebruik wat stroef, maar voor iedereen die zich wil verdiepen in de nieuwe manieren die er zijn om organisaties effectiever (en vaak ook prettiger) te laten functioneren, een aanrader.