In 2005 verscheen het 'Handboek voor hemelbestormers´ van Stan Boshouwers. Boshouwers studeerde cognitiewetenschappen en is mede-oprichter van Tinker imagineers, een bureau voor ideeontwikkeling & - realisatie. Hij heeft twaalf jaar ervaring met creatieve ontwikkelingsprocessen. Zijn 'Handboek voor hemelbestormers' gaat over de vraag hoe nieuwe ideeën ontstaan. In acht inspirerende hoofdstukken beschrijft Boshouwers het proces vanaf de eerste inspiratie tot aan de impact bij klanten of publiek. Het boek is op een originele manier tot stand gekomen. De auteur is begonnen met een boek te schrijven zonder dat hij van tevoren een plan had gemaakt. Deze aanpak lijkt op het eerste gezicht gedoemd te mislukken. Niets blijkt minder waar, en het resultaat mag er zijn. Hij beloofde om elke zes weken een hoofdstuk in concept uit te sturen naar zijn 244 co-auteurs. Deze interactie leverde niet alleen originele ideeën op maar natuurlijk ook de nodige kritiek. Boshouwers stond vervolgens voor de uitdaging de veelheid aan uiteenlopende opvattingen en suggesties te verwerken in elk hoofdstuk. Eigenlijk is het boek dus geschreven door 245 auteurs met Boshouwers als hoofdaannemer van de schrijfklus. Het eindresultaat is geen wetenschappelijk boek met een lange literatuurlijst als verantwoording voor de theorievorming, en de filosofische en visionaire bespiegelingen. De inhoud is gebaseerd op eigen ervaringen en inzichten aangaande het creatieproces van ideeontwikkeling. Volgens de auteur begint het allemaal met inspiratie. Vervolgens krijg je de verdichting tot visioenen, en daarna het concrete idee. Het idee moet tot bloei komen door de juiste mix van verwachting, nieuwsgierigheid, onzekerheid en belangstelling. Hoe vind je een goed idee? Hoe breng je het naar buiten? Hoe reageert een organisatie daarop? Welke functie heeft ideeontwikkeling? Volgens Boshouwers is het zinloos een ideeënbus op te hangen om de creativiteit in een organisatie te stimuleren. Een betere aanpak is het management te laten inzien dat elke organisatie in feite een creatief organisme is, permanent is op zoek naar zijn bestaansrecht. Het uitgangspunt voor creatief management is een organisatie die zichzelf organiseert op basis van het ´grote idee´ (lees: visie en missie), en op de kleinere ideeën van alle medewerkers. Creatief management haalt het beste uit mensen, gaat er vanuit dat er ruimte is voor initiatief en dat er vertouwen heerst op managementniveau over de goede afloop. Het boek bevat waardevolle tips voor creatief management, zoals: 1. Geef veel aandacht aan wat iedereen denkt en maakt binnen de organisatie, zonder meteen in te grijpen. 2. Bouw je organisatie op drijfveren en waarden. Drijfveren en waarden verdiepen zich in de loop der tijd. 3. Laat medewerkers hun eigen pad uitstippelen. Dit bevordert zelfstandigheid. 4. Koppel altijd het initiatief aan de initiatiefnemer. De initiatiefnemer heeft zelf de passie om er iets van te maken en zal gemotiveerd zijn oplossingen te bedenken. 4. Zorg ervoor dat beslissingen zo laag mogelijk in de organisatie worden genomen. Dit creëert draagvlak. 5. Reken af op resultaten. Resultaten zijn een objectieve maatstaf. Moeten we blij zijn met het 'Handboek voor hemelbestormers'? Ja, zonder meer. Het is vlot en origineel geschreven, en het is beslist een leidraad voor mensen die meer creativiteit in hun werk willen brengen, of werk willen maken van hun creativiteit. Daarom verdient dit boek een prominente plek in de bibliotheek van elke manager die gebruik wil maken van allerlei aanwezige ideeën in gewone bedrijfssituaties.
Over Louis Thorig
Louis Thörig is verbonden als master- en bachelorthesisbegeleider aan de afdeling Organisatiewetenschappen, Faculteit Sociale Wetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam. Hij was tot 1 augustus 2011 werkzaam als global communications manager op het hoofdkantoor van IOI-Loders Croklaan (www.croklaan.com) in Wormerveer. Hij heeft zijn MBA behaald bij Business School Nederland, de Action Learning MBA.
