Recensie

Check in/ check uit: De digitalisering van de openbare ruimte

Wat hebben de OV-chipkaart, Google Earth en bewakingscamera's met elkaar te maken? Uit 'Check in/ Check' van Christian van 't Hof, Rinie van Els en Floortje Daemen blijkt dat dit nog maar enkele voorbeelden zijn van de manier waarop wij als gebruiker van de openbare ruimte steeds meer gevangen raken in een digitaal net.

Peter van der Wel | 10 augustus 2010 | 4-5 minuten leestijd

Allerlei dagelijkse handelingen, zoals geld opnemen, reizen met het openbaar vervoer of de auto of gewoon een gebouw of winkel binnengaan, worden steeds meer vastgelegd. Het aantal partijen dat gebruikt maakt van deze gegevens wordt ook steeds groter. Wie controleert deze partijen? Is dit wel een wenselijke ontwikkeling? In 'Check in/check uit' een uitgave van het Rathenau Instituut en NAi uitgevers lezen we hier meer over.

Waarom zijn die navigatiesystemen in de auto wel een succes, maar rekeningrijden niet? Waarom gaat de invoering van de OV-chipkaart met zo veel kinderziekten en maatschappelijke weerstand gepaard, maar roepen burgers wel om meer cameratoezicht in de openbare ruimte? In 'Check in/ Check uit', onder redactie van Christian van 't Hof, Rinie van Est en Floortje Daemen, onderzoeken zeven auteurs de digitalisering van de openbare ruimte en de gevolgen daarvan. Aan de hand van vijf casestudies proberen zij daar een aantal lijnen in te ontdekken. Een voorbeeld van zo'n case is de invoering van de OV-chipkaart. Het idee achter deze kaart was de reiziger één kaart aan te bieden voor al het openbaar vervoer in Nederland. Zo'n kaart zou ook de vervoerders grote voordelen bieden. Meer inzicht in de reizigersstromen bijvoorbeeld waardoor eerlijkere verrekeningen kan plaatsvinden tussen vervoerders en waardoor het materieel beter kan worden ingezet. Welke lijnen zijn bijvoorbeeld vaak over- of onderbezet en hoe kan de dienstregeling hierop worden aangepast? Ook opsporingsinstanties zagen nieuwe mogelijkheden, bijvoorbeeld bij de opsporing van criminelen en het tegengaan van zwartrijden. Per case gaan de auteurs in op de voorgeschiedenis, de wetgevingsvragen, de al of niet gevoerde maatschappelijke discussies, de gebruikte technieken, de privacygevolgen en op de te verwachten toekomstige ontwikkelingen. Wat vond ik nu – als redelijk goed in de materie ingevoerde lezer – van dit boek? Allereerst bevatten de cases veel – in ieder geval voor mij - interessante en nieuwe achtergrondinformatie. Het is allemaal goed leesbaar, spannend vormgegeven – bijvoorbeeld met tags die via de camera op mijn mobiele telefoon toegang bieden tot extra informatie – en stelt voortdurend kritische vragen. Ik vind ook dat de auteurs van dit boek belangrijke conclusies trekken uit deze vijf cases. Dat begint al met een sterke inleiding die ons duidelijk maakt dat we allang niet meer 'op het net' leven maar steeds meer gevangen raken 'in het net'. Dat net is dan het geheel van poortjes, camera's, cardreaders, betaalautomaten, navigatiesystemen, mobiele telefoons, en de databases waarin onze digitale identiteiten worden vastgelegd en beheerd. Uitchecken zoals in de titel van het boek, kan eigenlijk al niet meer. Deze conclusie werken de auteurs uit in een zesde case, 'de levende landkaart', waarin zij de ontwikkelingen doortrekken naar de toekomst. Stel dat alle gegevens altijd en realtime beschikbaar zouden zijn. En dat gekoppeld aan de persoon en de locatie. Wat zouden dan de gevolgen en mogelijkheden zijn voor u als consument en gebruiker? Voor justitie en opsporingsdiensten? Voor bedrijven en leveranciers? Voor de nieuwsmedia? Voor de consumentenbond? Voor hackers? Voor uw privacy? Voor mogelijke nieuwe diensten? Als je deze zesde case leest, begrijp je dat we dan midden in een Big Brother-samenleving terecht zijn gekomen. Dan wordt ook duidelijk dat we in de Nederlandse politiek en de publieke meningsvorming geen echte samenhangende afweging zien van de privacyaspecten en de machtsvragen achter deze nieuwe technieken. Want hoe willen wij omgaan met de spanning tussen privacy aan de ene kant en klantvriendelijkheid, veiligheid, besparingen en gebruiksgemak aan de andere kant? Met de keuzevrijheid van de gebruiker? Wie gaat betalen voor (en verdienen aan) deze nieuwe toepassingen? En wie heeft de macht over deze toepassingen? Een echte samenhangende discussie over wenselijkheden en mogelijkheden wordt tot op heden alleen door deskundigen gevoerd. Dit boek maakt ook een tweede probleem zichtbaar. In Nederland moeten altijd alle betrokken partijen meepraten en meedoen. Dat zal wel met onze poldermentaliteit te maken hebben, maar maakt een snelle en succesvolle invoering van nieuwe technieken wel erg moeilijk. Dat is jammer, want veel van deze nieuwe technieken bieden grote kansen op kostenbesparingen en maken het leven in ieder geval eens stuk gemakkelijker. De auteurs proberen wel oplossingen aan te bieden voor deze twee problemen. Zij bieden ons 12 ontwerpprincipes (eigenlijk aanbevelingen) voor een gedigitaliseerde openbare ruimte. Met deze principes kunnen systeembouwers, ondernemingen, politici en beleidsmakers, privacybeschermers en consumentenorganisaties, kortom iedereen die betrokken is bij de invoering van dit soort digitale systemen, hun voordeel doen. Persoonlijk vind ik 'Check in/check uit' meer dan een goede aanzet voor de hard noodzakelijke discussie. Het boek verdient daarom echt veel meer aandacht van beleidsmakers, politici, en opinieleiders. Ik vraag me echter wel af welke andere geïnteresseerden er zijn voor een zo specialistisch boekwerk.

Over Peter van der Wel

Peter van der Wel houdt zich al ruim 30 jaar professioneel met de toekomst bezig. Hij is auteur van verschillende boeken op het gebied van futurologie en toekomstverkennen en mede-oprichter en voormalig vice-president van de Dutch Future Society.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden