Sabine Wisman vergelijkt in haar boek 'Collega's & andere dieren' het kantoor met een dierentuin. En collega's met dieren. Het boek bevat een opsomming van dieren, die gebruikt wordt als metafoor voor collegatyperingen. Verder bevat het onder andere een verzameling voorbeelden van mailmissers en collegablabla's. Het is een boek geschreven met een knipoog en een ironische ondertoon en heeft de potentie om grappig te zijn. Gewoon, voor de leuk en de lach. Hierdoor kan het een verfrissende en luchtige kijk op de zaak geven. Wisman schreef het boek om het werkende bestaan lekker overzichtelijk voor u te maken. Door collega's in hokjes (kooien) te duwen, en door duidelijk te maken hoe je de beestachtige exemplaren die irritatie opwekken kunt onderscheiden van de lieve beestjes. Bovendien wil Wisman inzicht verschaffen in wat voor kantoordier u zelf eigenlijk bent.
Naast dit boek schreef ze ook 'Tem je eetmonster!', 'Hoera! Ik ben geen perfecte moeder!' en meerdere kinderboeken. En hierin zit nu net het struikblok. Wisman schrijft blijkbaar over van alles en voor iedere doelgroep. Dit zie je terug in 'Collega's & andere dieren'. De potentie is er, maar het komt er niet uit. Voor zo een specifieke locatie als een kantoor, blijft de inhoud algemeen, oppervlakkig en voor de hand liggend. Geen verdieping, geen specialisme, niet verrassend en meerdere lagen ontbreken. De lach en een verfrissende, luchtige kijk op de zaak bleven dan ook uit. Dit is jammer. De opzet en het idee voor dit boek is in potentie origineel en grappig. Helaas komt Wisman niet verder dan stereotype kantoorvooroordelen en weinig verrassende omschrijvingen. Zoals bijvoorbeeld types die je lastig vallen, types die verleiden of juist verleid worden, de harde werkers, slimmerds en bijvoorbeeld types die door iedereen aardig gevonden willen worden. Verder maakt Wisman onderscheid in soorten dieren. Wisman komt echter niet verder dan voorbeelden als prooi- en roofdieren, de bezige bij, de pakezel, een luistervink, kroegtijger, de driftkikker e.d. Het is te voor de hand liggend, het ligt er te dik bovenop en wat mij betreft daardoor onvoldoende om het 'de ultieme gids over het fascinerende rijk der kantoordieren' te mogen noemen. Of een 'onmisbaar naslagwerk voor thuis en op de zaak'. Daarentegen doen de ironische ondertoon, de verzameling mailmissers en collegablabla's het goed. De mailmissers laten u meelezen in e-mails geschreven tussen collega's onderling. Bij de collegablabla's bent u getuige van een gesprek tussen collega's. Nimmer gaat het over werk, altijd over de collega in kwestie. Die is de klos. Wat betreft de stijl is het boek vlot geschreven, met korte zinnen. Dit houdt de gang er in en maakt het boek goed leesbaar. Wel bekroop mij de vraag of deze stijl wellicht beter past bij de kinderboeken. Het algemene beeld dat ik, als kantoordier, kreeg is dat werken op kantoor erg is. Als lezer krijg je medelijden met de kantoordieren. De dieren in deze dierentuin zijn best zielig. Het gaat om eten of gegeten worden, verleiden of verleid worden. De vraag die hardnekkig bij mij blijft hangen, is dan ook: is volgens Sabine Wisman werken op kantoor echt zo erg?