Een opvolger is in beeld, maar het risico is groot als deze jonge doch talentvolle medewerker de positie in het managementteam in een keer overneemt. Door het ervaren teamlid als meester te koppelen aan de jonge opvolger in een meester-gezelrelatie, kan het leerproces plaatsvinden gedurende de tijd dat het vertrekkende managementteamlid nog beschikbaar is. Een uitstekende oplossing voor het transportbedrijf. Meester-gezelrelatie, het klinkt als iets ouderwets, niet meer van deze tijd. Ja, vroeger, in de tijd van de gildes en handwerk, toen waren deze relaties nuttig. Toch kan ook in deze tijd, waar we vooral met het hoofd werken ('kenniswerker'), dit type relatie een oplossing bieden, zoals we hierboven zagen. Kennisoverdracht via meester-gezelrelaties wordt weinig toegepast in de bedrijfscultuur. Het boek 'In goed gezelschap' van Anke Brockmöller, Geert Sanders en Mathieu Weggeman moet daar verandering in brengen. Een meester-gezelrelatie kan verschillende doelen dienen. Het kan het overdragen van een vak zijn, maar ook zorgen dat kennis behouden blijft in de organisatie of de ontwikkeling van een beginner versnellen. Een aantal voorwaarden voor het slagen van een relatie zijn contact maken, dus de beschikking hebben over de juiste interactiekanalen, openheid, vertrouwen en de afwezigheid van conflicterende belangen. Ook is het verstandig naar persoonlijkheden te kijken, het moet 'klikken' tussen meester en gezel. Brockmöller, Sanders en Weggeman vergelijken het proces van vormen van een meester-gezelrelatie met de liefde. Van het elkaar leren kennen, naar elkaar toe groeien en volwassen worden van de relatie. Aan het eind loopt de vergelijking spaak, wanneer de meester en gezel afscheid nemen en het koppel hopelijk nog steeds bij elkaar is. De fasen in de meester-gezelrelatie zijn: Compositie, Connectie, Culminatie, Completering. Elke fase heeft een doel en het is belangrijk dat de fasen allemaal doorlopen worden. De compositiefase bepaalt de relatie, die kan slagen of fallen. In deze fase brengt men de meester en gezel samen. Het verschil in kennisniveau tussen de twee mag niet te groot zijn. Een beginnend voetballer zal niet optimaal profiteren van de ervaring van Johan Cruijff, maar kan van de plaatselijke trainer nog genoeg opsteken. De connectiefase legt de fundering voor kennisdelen tussen de meester en gezel. In deze fase ligt de nadruk op het identificeren van welke kennis, vaardigheden of attitude aandacht zal krijgen gedurende de meester-gezelrelatie. Tijdens de culminatiefase vindt optimale kennisdeling plaats. Meester en gezel kunnen verschillende technieken gebruiken, zoals observatie, oefening en reflectie. Een gezel kan de meester observeren, maar ook omgekeerd kan de meester de gezel tijdens een activiteit observeren. De completering geeft de afronding van de relatie en het afscheid weer. Het kan zijn dat bepaalde (leer)doelen zijn behaald of de termijn loopt af. Het is een goed idee om het proces te evalueren en misschien is het tijd voor taart. Vervolgens bespreken de auteurs een aantal praktijkvoorbeelden. Een van de voorbeelden laat meteen een gevaar zien als het doel niet goed vooraf wordt besproken. De ongewenste werkhouding van een aantal medewerkers werd naadloos overgenomen door de gezellen, voor er werd ingegrepen. Laat u zich niet afschrikken door zo'n voorbeeld. Het laat zien dat de organisatie niet te hard van stapel moet lopen en klakkeloos meesters aan gezellen koppelt. Er zijn genoeg voorbeelden van verschillende type organisaties en leerdoelen die wel tot een positief einde komen. Het is opvallend hoeveel eer de meesters halen uit het delen van hun expertise en ook leren van de samenwerking. 'In goed gezelschap' is een interessant en praktisch boek dat laat zien dat een ouderwetse relatie wel degelijk een plek heeft in de huidige tijd!
Over Carla Verwijs
Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement.