Franchise Organizations

'Franchise Organizations' beschrijft vijf, van oorsprong Amerikaanse, organisaties die allen actief zijn in de fastfoodsector. De restaurants zijn een franchiseketen of hebben onder moeders paraplu eigen (dochter)ondernemingen of zijn een combinatie van beide. Jeffrey Bradach zet de voor- en nadelen op een rijtje vanuit dit perspectief. Hij laat de financiële kant, die al zo vaak in literatuur wordt belicht, grotendeels buiten beschouwing waardoor er een ander perspectief op het franchiseconcept ontstaat. Doordat het fastfoodrestaurants betreft, zijn de bevindingen niet altijd toepasbaar op andere sectoren die hun eigen dynamiek en kenmerken hebben. Toch zijn er voor de goede lezer genoeg wetenswaardigheden in 'Franchise Organizations' te vinden als het gaat over uitdagingen voor het management, de mogelijke arrangementen om een keten op te bouwen, de karakteristieken waarmee u rekening moet houden bij de groei van de hele onderneming en het belang van de uniformiteit in allerlei uitingsvormen. Het hoofdstuk over uitdagingen voor het management gaat over te maken strategische trade offs. In de volgende hoofdstukken komen vraagstukken aan bod als: Hoe snel wil de organisatie, door toevoeging van nieuwe 'winkels' groeien? Hoe de uniformiteit te bewaken? Welke strategie is het best hanteerbaar gelet op de dynamische concurrentiestrijd? Hoe moeilijk is het om te groeien in nieuwe en meer gevarieerde markten? Bij de mogelijkheden om een keten van ondernemingen op te bouwen komt de toegevoegde waarde niet alleen tot stand bij het opzetten van een franchiseorganisatie, maar juist bij een moederorganisatie die franchisees combineert met eigen dochterondernemingen. Juist die kruisbestuiving, de dynamiek en flexibiliteit zorgen voor een extra meerwaarde. Het effect van de samenwerking tussen beide organisatieconcepten is groter dan dat van elk van de partijen afzonderlijk. De mogelijkheden van groei tussen beide organisatieconcepten komt voort uit een aantal kenmerken. Het in eigen beheer hebben van (dochter)ondernemingen is voor de groei gebonden aan grote kapitaalsinvesteringen en het behalen van winst of verlies. Het management en de staf is in deze organisatiestructuur veel bezig met het vergaren van de benodigde investeringen en het ontwikkelen van het vastgoed. Bij nieuwe en bestaande franchisees zijn kenmerken die groei beïnvloeden: de hoogte van franchisee fee bij het toetreden en de royalty's die worden overgedragen over de winst of omzet. De staf is vooral bezig met het vinden van goed gekwalificeerde franchisees en het bezoeken van de locaties. Uniformiteit is noodzakelijk in de bedrijfsvoering. Klanten verwachten all over the world dezelfde kwaliteit van de bereiding van de producten, in principe dezelfde menukaart, dezelfde inrichting en gedragspatronen in bediening als ze een restaurant bezoeken. Uniformiteit kan een bijdrage leveren aan een sterk handelsmerk met een positief imago. Dochterondernemingen zijn beter en gemakkelijker controleerbaar en passen zich meer aan aan de hiërarchie van de moeder-dochterrelatie om een sterk handelsmerk in de markt te zetten en te behouden. Het franchisemodel is 'losser' van opzet. Een uitvoerige en zorgvuldige selectie van de kwalificeerde franchisee met ondernemerszin is van essentieel belang bij het opbouwen en behouden van een sterk merk en imago. Het kostenplaatje voor de werving van franchisees kan hiermee hoog oplopen. Kortom, de grootste toegevoegde waarde ontstaat volgens Jeffrey Bradach als er een plurale vorm wordt gekozen. De combinatie van het franchiseconcept en de meer traditionele vorm van de moederorganisatie en met eigen dochterondernemingen.