Recensie

Derde generatie familiebedrijf? Pas op!

Iedereen verbaast zich altijd weer over de getallen. Van de pakweg 350.000 bedrijven in Nederland, is 55 procent een familiebedrijf. Ook wat bedragen in euro’s betreft bepalen familiebedrijven voor vijftig procent het economisch leven in Nederland. Toch gaat de aandacht vaak uit naar een klein clubje beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen. Het boek Ondernemen zit in je bloed van Cees Pronk maakt voor een deel dat tekort aan aandacht voor de familiezaak goed. De gebundelde reeks interviews uit het blad Management Scope zijn een soort eerbetoon aan het familiebedrijf.

Ronald Buitenhuis | 20 november 2008 | 2-3 minuten leestijd

Veel van wat je denkt bij een familiebedrijf wordt in het boek bevestigd. Het feit dat Alex van Hooff (Burgers Zoo) meehelpt bij de drukte op de parkeerplaats, bevestigt het beeld dat de familie zich overal mee bemoeit. Ook worden veel kinderen op heel vroege leeftijd het bedrijf ingezogen. Een van de Swinkels van Bavaria ging al op veertienjarige leeftijd mee naar zware zakelijke besprekingen. Toch is niet alles voorspelbaar. De te verwachten familievetes blijven bijvoorbeeld op de meeste plekken uit. Desgevraagd stelt de auteur dat hij die vraag naar ruzies altijd stelt, maar dat er zelden iets van waar blijkt. Aardig is ook de constatering in het boek dat vooral de derde generatie cruciaal is voor het familiebedrijf. Papa richt de zaak op, zoonlief volgt automatisch, maar de opvolger daarvan staat vaak voor de zware taak het bedrijf uit te bouwen. Hij of zij moet nieuwe strategische keuzes maken. Wie derde generatie is, is dus bij deze gewaarschuwd.

De bedrijven uit Ondernemen zit in je bloed zijn die derde fase inmiddels ruim voorbij. Van Bommel, Bavaria, Boom, Damen, Burgers Zoo….. Er komt een waslijst van prachtige ondernemingen voorbij. Een rij waaruit de auteur een rode draad heeft gedestilleerd van wat nu zo typerend is voor het familiebedrijf. Zo denken ze vooral op de lange termijn, durven ze risico te nemen en zijn de leidende familieleden vrijwel altijd bescheiden. Bij de familie Van Seumerens bijvoorbeeld moest de auteur het eruit trekken dat ze de Russische onderzeeër Koersk hadden gelicht. En directeuren willen zich bij voorkeur ook niet laten aanspreken als CEO of voorzitter van de raad van bestuur.

Veel familiebedrijven waar Pronk binnenliep, bulkten van papier en chaos. Ze zijn wars van uiterlijk vertoon. Uitspraak ooit van een consultant: pas op voor de 3 F’s. Als bedrijven Foutains (fonteinen) en Fishtanks (aquariums) en Flagpoles (vlaggenmasten) hebben, zijn ze niet kostenbewust. Deze illustere drie-eenheid zul je bij het gros van de familiebedrijven die beschreven zijn, niet tegenkomen.

Minpunt van het boek is misschien een vierde F: die van foto. Zo’n boek met van die prachtige anekdotes en verhalen over bedrijven die Neerlands trots tot ver over de landsgrenzen heen uitdragen, verdient meer dan wat groezelige zwart/wit foto’s. Verder heeft de lezer eigenlijk maar één probleem: hij kan niet stoppen met lezen. Steeds weer duikt een nieuw bedrijf op, waarvan je denkt: verrek, leuk, wist ik niet. Vijftig procent van de bedrijven in Nederland is familiebedrijf. Er zijn er nog voldoende over dus. Laat deel 2 maar komen.

Over Ronald Buitenhuis

Ronald Buitenhuis is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden