Nieuws

Wegener vult eigen voorpagina’s

Het is hommeles bij krantenconcern Wegener. Een reorganisatie met als doel het rendement op te voeren tot twintig procent is als gevolg van de grote actiebereidheid onder journalisten en andere werknemers in de ijskast gezet. De uitgever van regionale kranten lijkt zich al net zo slecht te willen voegen naar zijn Britse meerderheidsaandeelhouder als PCM.

Hans van der Klis | 8 juli 2008 | 5-6 minuten leestijd

De ene na de andere regionale krant liet de afgelopen week in actie te willen komen tegen het reorganisatieplan van de beoogde bestuursvoorzitter Joop Munsterman, tevens voorzitter van voetbalclub FC Twente. Het doel van de reorganisatie, waarbij tenminste 400 werknemers (tien procent van het totaal) zou moeten sneuvelen, was het rendement op te voeren naar twintig procent, een onvoorstelbaar hoog percentage in de uitgeverij. Meerderheidsaandeelhouder Mecom zou vooral zijn eigen resultaten willen oppoetsen, luidde de kritiek, want zo slecht presteert Wegener niet.

Het is de tweede keer binnen korte tijd dat een groot Nederlands uitgeefconcern in problemen komt door de rücksichtsloze aanpak van een grote Britse investeerder. Tussen 2004 en 2007 wist investeringsmaatschappij Apax het grootste krantenconcern van Nederland, PCM Uitgevers, grotendeels leeg te persen. De situatie is niet helemaal vergelijkbaar: Apax is een private equity-investeerder, aangetrokken om het bedrijf te stroomlijnen en een nieuwe start te geven, terwijl Mecom een mediabedrijf is met verschillende divisies in Europa, onder meer in Duitsland, Noorwegen, Polen en Nederland.

Wat de twee Britse bedrijven wel gemeen hebben, is de mate van weerstand die zij bij de Nederlandse mediabedrijven oproepen. Wat de rekenmeesters ook mogen beweren over de toekomstige daling van de inkomsten, de Nederlandse journalisten staan pal voor de kwaliteit van hun kranten én voor de pluriformiteit van de media. Zij laten zich bovendien niet snel intimideren: David Montgomery, eigenaar van Mecom, kreeg vorige week van zijn hoofdredacteuren te horen dat hij niet welkom was voor een werkbezoek, zolang de plannen van Munsterman niet van tafel waren geveegd. De Nederlandse journalisten staan niet alleen in hun actiebereidheid: het management van de Berliner Zeitung, eveneens eigendom van Mecom, plaatste onlangs een advertentie in een andere Berlijnse krant voor een nieuwe eigenaar.

Vlak voor het weekeinde maakten de NVJ en Wegener bekend dat de reorganisatieplannen in de ijskast zijn gezet. Munsterman sprak maandag in De Telegraaf van ‘een afkoelingsperiode tot 1 september’ en van ‘communicatieproblemen’: van grootschalige gedwongen ontslagen zou geen sprake zijn, het ging per titel om slechts tien banen in drie jaar tijd. Eigenlijk niets om je druk over te maken.

Deze boodschap is niet erg geloofwaardig, in aanmerking genomen dat niet veel eerder bijna de gehele Raad van Commissarissen is opgestapt uit onvrede met de werkwijze van Mecom en dat de stakingsdreiging maar net is afgewend. Als het goed is, zullen de meeste journalisten deze Goed Nieuws Show wel op waarde weten te schatten. Dat is immers hun werk. Of zij het tij bij Wegener nog kunnen keren, is een andere vraag. Hun vakbroeders bij PCM hebben lijdzaam moeten toekijken hoe het avontuur met Apax hun concern danig verzwakt heeft achtergelaten. Hoe veel geld de Britse investeringsmaatschappij tussen 2004 en 2007 heeft buitgemaakt is nog steeds niet helemaal duidelijk. De journalisten Kees Schaepman en Herman Spinhof, die kort geleden onder de titel De grootste kraak in krantenland een boek over ‘Het drama Apax bij PCM’ publiceerden, houden het op 140 miljoen euro.

Dat is een aardig bedrag voor drie jaar werk. Het wekt nauwelijks verwondering dat de Brit Stephen Grabiner, namens Apax afgevaardigd bij PCM, als enige zijn medewerking aan het boek van Schaepman en Spinhof heeft geweigerd. Dat is spijtig, zeker gezien de opzet van het boek: het duo heeft de goed bijgehouden knipselmap omgekeerd en een groot aantal betrokkenen commentaar laten geven. Deze constructie brengt goed aan het licht hoe de betrokkenen elkaar de laatste jaren in de weg hebben gezeten. Apax had steeds af te rekenen met zijn medeaandeelhouders, waarvan de Stichting Democratie en Media (v/h Stichting Het Parool) de grootste was. De invloed van deze partijen bleek ook het bestuur van de onderneming vaak te groot: de reden waarom in 2004 uiteindelijk Apax werd aangetrokken als nieuwe aandeelhouder, spreekt boekdelen. Toenmalig bestuursvoorzitter Theo Bouwman was om strategische redenen liever met CVC in zee gegaan en kon nauwelijks enig enthousiasme veinzen voor Apax, dat de voorkeur genoot van de Stichting Democratie en Media omdat deze stichting bij de voorziene beursgang niet verplicht zou worden haar aandelen ook te verkopen. Daarmee kwam één belangrijk doel, het slagvaardiger maken van de organisatie, alvast buiten bereik te liggen.

Een duidelijke analyse van het Apax-drama geven Schaepman en Spinhof niet: daarvoor leunen zij te veel op hun gesprekspartners. Ook hebben zij een lange aanloopperiode nodig, vanaf 1995, en verliezen zij zich soms in de beschrijving van enkele kleinere drama’s, zoals het mislukte internetproject PiM en de ontmanteling van boekenuitgeverij J.M. Meulenhoff. Het boek wekt de indruk dat een van de doelstellingen van de auteurs was als eerste met een boek over PCM te komen; het is bekend dat ook voormalig Volkskrant-journalist Joost Ramaer aan een boek over het tijdperk-Apax werkt.

Hoewel zij ervoor waken de zwarte piet uitsluitend aan de stichtingen uit te delen, eindigen Schaepman en Spinhof hun boek wel met een korte analyse van dit fenomeen. In de pers zijn zij in de nasleep van het Apax-drama hard aangepakt: als gevolg van de exitstrategie van Apax hebben ook de stichtingen hun bankrekening zien vollopen, ten koste van PCM zelf. Dat kan de bestuurders nauwelijks nagedragen worden: dat zijn hardwerkende mensen met een ideaal, die geen cent voor hun werk krijgen en een belangrijke rol spelen in het bewaken van de identiteit van kranten als de Volkskrant, Trouw en – voordat de krant verkocht werd – Het Parool.

Maar het blijven amateurs, die de markt niet echt rationeel benaderen, verwoordt Folkert Jensma, voormalig hoofdredacteur van NRC Handelsblad, het gevoel van veel betrokkenen. Hij had liever een wat zakelijker beleid gezien en heeft het aanbod om ook een stichting op te richten steevast geweigerd.’Hoe minder notabelen, hoe liever het mij was’, zegt Jensma.

Voor Wegener, dat in tegenstelling tot mediaconcerns als NDC|VBK, WPG en PCM geen ideële oorsprong kent, is dat in elk geval geen zorg.

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden