Nieuws

Drie keer Madoff

‘Don’t tell, don’t ask’

In de marge van de kredietcrisis kregen zowel de Verenigde Staten als Nederland te maken met een extra financieel schandaal. Op Wall Street donderde het Ponzi-systeem van Bernie Madoff in elkaar, in Noord-Holland ging Dirk Scheringa ten onder. Over de twee schandalen zijn inmiddels verschillende boeken verschenen. Vandaag: Bernie Madoff.

Hans van der Klis | 27 november 2009 | 5-7 minuten leestijd

Zoals dat gaat in de Verenigde Staten zijn de uitgeverijen meteen na de ontdekking van de megafraude door Bernie Madoff, op 10 december 2008, in actie gekomen. Nog geen jaar later kunnen de boekhandels in Amerika een apart plankje inrichten, met uiteenlopende boeken: biografieën, bedrijfsgeschiedenissen en analyses van hoe het zover heeft kunnen komen.

Het drama is nooit ver weg in de boeken over Madoff, de man die eind 2008 werd ontmaskerd als de drijvende kracht achter de grootste Ponzi-fraude uit de wereldgeschiedenis. Onder de duizenden slachtoffers die hun geld aan Madoff hadden toevertrouwd, bevinden zich arme oudjes, die hadden gehoopt nog jaren te kunnen leven van de 9 tot 11 procent rendement die Madoff met de regelmaat van de klok uitkeerde. Er zijn mensen die geld apart hadden gezet voor de zorg van hun gehandicapte kinderen, en mensen die de erfenis van hun ouders waren kwijtgeraakt, kapitaal waarvoor jarenlang was gebuffeld en dat in één klap was verdwenen. Allemaal weg, alles kwijt: het is haast een mantra. Geen oude vriend of relatie die zijn geld niet bij Madoff in bewaring had gegeven. Zelfs goede doelen, vaak uitbundig gesteund door Madoff (met gestolen geld dus), belegden het weer bij Bernard L. Madoff Investment Securities (BMLIS), zoals de officiële naam van het investeringsvehikel luidde.

De omvang van de Ponzi-fraude is nog altijd niet geheel duidelijk en zal dat ook nooit worden. Niet iedereen gaat graag door het leven als een van de goedgelovige slachtoffers van de grootste boef uit de moderne geschiedenis. Erin Arvedlund, een gelouterd financieel-economisch journaliste, schrijft dat er ten tijde van zijn veroordeling tot 150 jaar gevangenisstraf in juni 2009 bewijs is voor een verlies van 13 miljard dollar. Getuige de titel van haar doorwrochte boek, ‘Madoff, The Man Who Stole $ 65 Billion’, denkt ze dat het daadwerkelijke verlies veel groter is. In die 13 miljard dollar zijn nog niet eens de verliezen opgenomen van de feeder-funds, de commissionairs die vermogende klanten aanbrachten bij Madoff. In totaal is er volgens Arvedlund zo’n 170 miljard dollar door het bedrijf gegaan.

Een biografie van een zakenman is problematisch, zeker als het een meesteroplichter blijkt te zijn. Alles komt in het teken te staan van die ene grote misdaad, waardoor het uitermate verleidelijk wordt om je over te geven aan ‘hinein interpretieren’. Dat is een trucje waaraan met name Jerry Oppenheimer zich nog wel eens schuldig maakt in zijn Madoff with the Money, het boek dat nog het meest weg heeft van een echte biografie. Hij heeft tientallen mensen geïnterviewd, vaak mensen uit Madoffs verleden, waarvan de meesten tevens slachtoffer zijn van de Ponzi-fraude. Het zijn er misschien wel te veel geweest, want de conclusies die hij trekt zijn soms tegenstrijdig: de ene keer heeft Madoff zijn succes te danken aan het feit dat hij het niet te breed liet hangen, de andere keer blijkt de goede man twee Rolexen om dezelfde pols te hebben, omdat hij op die manier gemakkelijker in de gaten kan houden hoe laat het is in Londen, waar hij ook een kantoor had. Hoe gek het ook klinkt, Madoff was geen kei in rekenen, dus snel een paar uur bijtellen vond hij lastig. Zelfs zijn dwangneurotische neiging om in alle vroegte zelf de kantoren te stofzuigen (er kwamen dagelijks nog twee schoonmaakploegen langs) komt op die manier in een ander licht te staan.

Het leven van Bernie Madoff, kleinzoon van arme Joodse immigranten, is interessant genoeg. Meer dan Oppenheimer probeert Adam Lebor, wiens boek als enige is vertaald onder de titel Madoff - Miljardenfraude van een meesteroplichter, hem te begrijpen aan de hand van een beschrijving van zijn culturele achtergrond. LeBor plaatst hem in de traditie van de ‘sjtarkers’, de bijnaam voor de zware jongens van joodse afkomst die opgroeiden aan de Lower East Side, die zichzelf goed konden redden. Niet noodzakelijkerwijze criminelen, maar wel een bevolkingsgroep met een afwijkende moraal. De groep waar LeBor het over heeft, is eigenlijk de generatie van Madoffs ouders die later naar Queens verhuisden waar de jonge Bernie geen rijke, maar wel een relatief onbezorgde jeugd genoot. Maar de sjtarkers waren niet ver weg. Bernie’s vader had er één kunnen zijn. Vriendjes van school vonden hem bepaald onaardig. Hij zei dat hij werkte als loodgieter, maar het lijkt erop of hij onder de naam van zijn vrouw vanuit huis op kleine schaal in aandelen handelde. Begin jaren zestig werd de vergunning van het bedrijf van zijn moeder, Gibraltar Securities, wegens malversaties ingetrokken. Geen van de biografen weet uit te vogelen wat daar precies is gebeurd.

De grote vraag is natuurlijk hoe zo’n relatief arme Joodse jongen, gehandicapt door een vet Newyorks accent, erin is geslaagd miljarden uit de zakken te kloppen bij duizenden van de rijkste Amerikanen in New York en Palm Beach, zonder dat hij ooit serieus verantwoording hoefde af te leggen over zijn mooie en regelmatige rendement. Er waren wel degelijk critici, zoals de financieel analist Harry Markopolos die de SEC al in 1999 inlichtte over zijn verdenkingen, en de journalist Michael Ocrant. En ook Erin Arvedlund sprak al in 2001 haar twijfels uit over Madoffs strategie. Als enige heeft zij zelf tegenover de man gezeten, wat de geloofwaardigheid van haar boek, het beste van deze drie, ten goede komt. Voor het tijdschrift ‘Barron’ schreef zij destijds het artikel ‘Don’t ask, don’t tell’, waarin zij duidelijk maakte dat zij niet goed begreep hoe Madoff te werk ging. Maar in de titel van dat stuk zit wel de sleutel tot zijn succes: Madoff had een scherp oog voor de onmetelijke hebzucht van mensen en wist zijn klanten over te halen nooit publiekelijk over zijn fonds te praten en ook om nooit vragen te stellen. Toen Arvedlund die wel stelde, weigerde Madoff concreet antwoord te geven, zoals hij ook tijdens zijn proces nooit opening van zaken heeft gegeven. En dat is een handicap voor de biografen. Je raakt nooit helemaal het gevoel kwijt dat zij, mede door het ontbreken van een duidelijke administratie en door het gebrek aan medewerking van de familie, de onderste steen niet boven hebben kunnen krijgen.

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden