Het blad haalt een recente studie aan van Insead business school waarin Nederland naar innovatiemaatstaven op de negende plaats komt in de wereld. De Benelux als geheel vinden we terug op plaats 20.
Eindhoven – en dan met name de nieuwe Philips-campus - wordt genoemd als ‘brainport’ voor technologische doorbraken en Amsterdam krijgt het predikaat ‘global hotspot for graphic design and interactive media.’
Daarbovenop wordt de in het World Trade Center aan de Amsterdamse Zuidas gevestigde start up European Climate Exchange (ECX) geportretteerd als het bedrijf dat het meest succesvol is ingesprongen op de enorm groeiende markt voor handel in CO2-emissierechten. In 2005 is die markt door de Europese Unie geopend, door emissierechten onderling verhandelbaar te maken en momenteel verloopt 85 procent van die handel (een snelgroeiende 50 miljard euro op jaarbasis) via het handelsplatform van ECX. Afgeleide producten als futures en derivaten groeien ook als kool.
Het geheim van ECX? Een snel gesloten partnership met het in Atlanta gevestigde Intercontinental Exchange, dat een kant en klaar handelssysteem kon leveren, plus een klantenbasis. Een typisch geval van innovatie door kordate afrekening met het ‘not invented here’ syndroom.
Wel heeft Business Week over Europa als geheel de opmerking dat het weliswaar de goede kant op gaat, maar nog niet goed genoeg. Zo staan in de wereldwijde top 50 van innovatieve bedrijven van het blad maar 10 Europese ondernemingen, waarvan de eerste (Nokia) terug te vinden is op plaats 10. En helaas, van de Nederlandse grootbedrijven heeft er slechts één de (enigszins Amerikaans getinte) bovenste 50 gehaald: ING op plaats 36. Het ziet ernaar uit dat Nederland het van de kleintjes moet gaan hebben de komende jaren.
