Interview

Doelmatiger leven dankzij bewustwording van je denkstijlen

Ruim vijftienhonderd titels over persoonlijke effectiviteit telt de backlist van managementboek.nl en daarbij zitten diverse spellen. Er komen er ook steeds meer, bijzonder creatieve zelfs. Een spel over denkstijlen of metaprogramma’s ontbrak echter nog en dat was toch wel een gemis, vond Tonja Koudijs die vanuit haar praktijk als vitaliteitcoach prima ervaringen met deze concepten uit het NLP-gedachtegoed had. Daarom ontwikkelde zij samen met Ada Nuesink en vormgever Jan Scholtus een spel dat ‘een speurtocht naar je stijl van denken’ belooft ‘en hoe het anders kan’. Ze noemde het Denkwijze(-r). Managementboek Magazine ging op zoek naar de achtergronden van dit spel en de dubbele betekenis die in de titel is vervat.

Bert Peene | 13 juli 2011 | 5-7 minuten leestijd

Hoe bedenk je in vredesnaam een spel over denkstijlen?
Mijn werk als NLP-trainer heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. De denkstijlen, of metaprogramma’s zoals ze in de NLP worden genoemd, hebben mij altijd gefascineerd. Hoe komt het dat mensen denken zoals zij denken? Wat maakt dat zij vast komen te zitten in hun denkpatronen en daardoor hun mogelijkheden voor verandering en ontwikkeling beperken? De NLP heeft deze denkpatronen inzichtelijk gemaakt en ik wilde ze graag breder inzetbaar te maken. Ada Nuesink had al ervaring met het ontwikkelen van spellen en zag meteen mogelijkheden. Uiteindelijk zijn we op deze kaartvorm uitgekomen met het tolstokje als hulpmiddel. Het speelse element hebben we in het spel gebracht door de kaartjes in een cirkel te leggen, het tolstokje te draaien en dat stokje te laten bepalen uit welke stapel een kaart wordt gepakt. Op die kaart staat onder de betreffende denkstijl een vraag, een spreuk, een aanvulzin of een foto. De kaart zorgt ervoor dat je vanuit een ander perspectief naar jouw vraagstelling kunt kijken. Zo krijg je nieuwe inzichten en kun je adequate(re) antwoorden vinden.

In wat voor situaties is dit spel zoal effectief?
Dat zijn er werkelijk te veel om op te noemen. We hebben het gebruikt voor persoonlijke ontwikkeling bijvoorbeeld. Een teamleider in een ziekenhuis was heel betrokken bij de medewerkers aan wie zij leiding gaf. De werkdruk was hoog en de medewerkers gaven dat ook regelmatig aan. Zij wilde graag zo veel mogelijk rekening houden met de wensen van alle medewerkers, maar dat bleek praktisch onmogelijk. Daarom sprong zij regelmatig bij in de verzorging, ten koste van haar eigen werkzaamheden. Ze vergat zichzelf, ging over haar grenzen heen, tot ze ten slotte getroffen werd door een burnout. Een klassiek verhaal. We speelden het spel vanuit de vraag: Hoe voorkom ik bij terugkeer dat ik in dezelfde spiraal terecht kom en weer een burnout krijg? Maar we hebben het spel ook ingezet bij het samenstellen van teams en het verbeteren van de onderlinge samenwerking, bij werving en selectie, loopbaanontwikkeling, conflicthantering; bij organisatieontwikkeling om de bedrijfscultuur te analyseren en sterkte/zwakte-analyses te maken van mensen op sleutelposities.

Hoe moet ik me zo’n sessie precies voorstellen? Laten we zeggen dat ik me afvraag of ik ‘ja’ moet zeggen tegen een heel aantrekkelijke baan of zelfstandig moet blijven. Het stokje bezorgt me een kaart uit de categorie Dynamiek: ‘Je zit hier niet om vliegen te vangen’. Wat gebeurt er dan?
De begeleider vraagt je dan wat deze kaart zegt over jouw vraag en je manier van denken daarin. In de praktijk blijkt dat eenzelfde kaartje heel diverse antwoorden op kan leveren, afhankelijk van vraag en persoon. Hij kan bijvoorbeeld doorvragen op: wat betekent vliegen vangen voor jou? Als je die betekenis betrekt op een vaste dienstbetrekking, hoe ziet dat vliegen vangen er dan uit; en hoe als zelfstandige? Wat is het verschil? Dan ontstaat er een nieuwe vraag of dilemma en wordt het stokje weer gedraaid en neem je een kaartje uit een nieuw stapeltje. Dan wordt daar weer op doorgevraagd. Zo pel je laag voor laag je vraag of dilemma af, totdat ‘het kwartje valt’. Vervolgens maak je actieplan en ga je aan de slag. Met mijn NLP-achtergrond was ik er aanvankelijk van overtuigd dat je eerst de huidige situatie helemaal in kaart zou moeten brengen en daarna de gewenste situatie tot in details, waarna je vanuit de verschillen daartussen acties zou kunnen formuleren. In de praktijk blijkt dat het spel simpeler werkt en dat je dus niet per sé een NLP-achtergrond nodig hebt. Je kunt zeker een contrastanalyse maken, maar daarbij zijn een paar kaartjes al genoeg. Ook kun je puur op basis van de kaartjes met je vraag aan het werk.

Je hoeft dus geen NLP-practioner te zijn om met het spel uit de voeten te kunnen.
Nee, zeker niet. In de praktijk blijkt dat ook heel goed mogelijk te zijn. Je moet het zo zien: als het vergroten van persoonlijke effectiviteit, die van een team of zelfs van een hele organisatie het doel is, biedt dit spel uitstekende mogelijkheden. Vanuit welke theorie je de vraagstelling ook benadert. Wel is gebleken dat spelen onder begeleiding een duidelijke meerwaarde heeft. Je hebt iemand nodig die kan doorvragen op onderliggende betekenisgeving.

Leent dit spel zich wel voor het gebruik met meerdere mensen? Het grootste deel van de groep zit immers te niksen terwijl er één met de begeleider in gesprek is.
Bij individueel gebruik is de speler gefocust op zijn eigen manier van denken en de eigen problematiek, al dan niet in interactie met anderen. In groepen wordt veelal gewerkt aan een gezamenlijk thema. In kleine groepjes van 3 tot 4 deelnemers kan overigens wel worden gewerkt aan een individueel thema, hoor. De andere deelnemers fungeren dan als coach en vragen door op denkwijzen en betekenisgeving. Bij een gezamenlijk thema brengt iedere deelnemer zijn denken in; alle deelnemers komen dus aan het woord. Vanuit de kaartjes praten, blijkt voor sommigen minder bedreigend dan zomaar een eigen mening neerzetten. Andere deelnemers luisteren ook beter, juist omdat er vanuit een ander perspectief gesproken wordt. Niksen is er dus niet bij.

De benamingen van de denkstijlen lijken een allegaartje: er zijn werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, woorden die een persoonlijke beleving weergeven en meer algemene begrippen.
Dat vind ik een verrassende constatering! Zo hebben wij het zelf nooit ervaren en ook van anderen heb ik dit nog niet gehoord. Tijd om daar nog eens kritisch naar te kijken. In de subtitels zit zeker verschil. Dat is al zo bij de metaprogramma’s en dat is ook logisch omdat ze verschillende manieren van denken en belevingen aangeven.

Als dit spel niet ontwikkeld was, wat hadden potentiële gebruikers dan gemist?
Zij zouden dan een prima hulpmiddel gemist hebben hun succesvolle manier van denken in andere situaties in te zetten; nieuwe situaties of situaties waarin zij minder succesvol zijn. De mogelijkheid om vanuit een ander, meer speels perspectief te kijken naar wat er in een bepaalde situatie speelt en op welke manier hun manier van denken hun effectiviteit beïnvloedt. Het verrassende van dit spel is iedere keer weer dat de speler na een kaart of vier tot zes al voldoende inzicht gekregen heeft om uit de impasse te geraken die de aanleiding tot spelen was en nieuwe mogelijkheden ziet om te bereiken wat hij graag bereiken wil.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden