Waarom heb je op deze baan gesolliciteerd?
Goede vraag. Toen ik afstudeerde aan de universiteit, wilde ik gaan schrijven. Maar ik kon het mij financieel niet veroorloven ergens bij een krant of magazine als stagiaire te gaan werken, zoals in Engeland gebruikelijk is. Ik moest dus geld gaan verdienen. Mijn beste vriendin werkte als handelaar bij een grote Europese bank en zei tegen mij dat zij dacht dat ik mij hier wel thuis zou voelen. Wat persoonlijkheid betreft, lijken wij erg op elkaar. Zij speelde mijn CV door aan enkele van haar favoriete makelaars en na vier of vijf sollicitatiegesprekken kreeg ik een baan aangeboden door de Amerikaan, die ik beschrijf in mijn boek.
Wat verwachtte je? Het lijkt alsof je geen idee had wat je ging doen.
Ik wist het niet goed. Mijn vriendin had mij wel verteld dat dit het meest agressieve werk zou zijn dat ik ooit zou doen. Het is veel erger dan bij een bank of bij een handelshuis. Daar zijn veel meer regels. Alles wat ik wist is dat het agressief zou zijn, luidruchtig en intens. En alle clichés bleken waar te zijn.
Waarom hebben zij jou aangenomen? Je bent slecht in hoofdrekenen, vrouwen zijn mikpunt van spot op de beursvloer en zakken vaak snel door het ijs.
Ze wilden iemand met gevoel voor humor, die klanten ook kon entertainen. Ik kreeg klanten toegewezen die daarvoor geen zaken deden met ons bedrijf. Wanneer je als meisje wordt aangenomen als makelaar, verwachten ze dat je flirt met de klanten en ze mee uitneemt naar de beste clubs in de stad. Veel vrouwen op de beursvloer hebben eerder als serveerster in hippe clubs gewerkt.
Je fungeert als geisha.
Wanneer je als vrouw aan dit werk begint, is dat het stereotype waar je tegenop moet boksen. Maar ik heb heel bewust besloten dat dat niet mijn rol zou worden. Ik wilde om dezelfde redenen gewaardeerd worden als mijn mannelijke collega’s: om mijn kwaliteiten als makelaar. Ik wilde niet gezien worden als een of andere blonde bimbo die alleen mannen hoefde uit te nemen. Andere vrouwen hadden daar minder moeite mee. Ik heb regelmatig gezien dat ze niet eens de moeite deden de schijn op te houden dat zij iets serieus aan het doen waren. Op de vloer verloren zij geld, maar dat verdienden ze ’s avonds weer terug. Toch heb ik niet het gevoel gehad dat ik veel te maken had met seksisme. Natuurlijk werd er gedold: mijn bijnaam was ‘airbags’. Maar iedereen discrimineerde iedereen: jong, oud, man, vrouw, zwart, blank of Aziatisch, het maakte niet uit. Het gaat er gewoon niet zo heel erg geciviliseerd aan toe. Juist omdat de grappen gewoon in iemands gezicht worden gemaakt, heb ik het idee dat het minder erg is dan wanneer alles onder de oppervlakte blijft. Als er al sprake was van seksisme, is het dat mensen om de verkeerde redenen werden aangenomen en dat er van hen niet werd verwacht dat ze geld binnenbrachten. Het zijn vooral andere vrouwen die ons geen goed hebben gedaan op de beursvloer.
De grootste lol op de beursvloer is de K-bom, als iedereen één makelaar opbelt om heel snel klootzak in de hoorn te gillen en dan weer op te hangen. Dat kan hilarisch zijn, maar de agressie kent ook een keerzijde. Waar komt die agressiviteit op de beursvloer toch vandaan?
Als je iemand ‘airbags’ noemt of ‘fucking C.U.N.T.’, is dat een manier om stress af te reageren. Het is een manier van communiceren. Die taal heb ik mij echt eigen moeten maken toen ik hier begon te werken. Het was even lastig als mijn studie Russisch. Je moet goed kunnen onderscheiden hoe iemand iets tegen je zegt, met welke intonatie en wanneer. Het is heel agressief, heel primair. Maar het is niet alleen iets wat de mannen doen: ik deed er zelf ook aan mee.
Hoe was het om deze kant van jezelf te ontdekken?
Angstaanjagend, om eerlijk te zijn. Toen het gebeurde, had ik niet in de gaten welke ontwikkeling ik doormaakte. Het ging heel geleidelijk, maar het resultaat was afschuwelijk. Ik heb het zelf heel lang niet door gehad. Mijn vrienden en mijn ouders waren er niet blij mee.
De overdadige manier van leven, met veel drank en eten en korte nachten, ging uiteindelijk ten koste van je gezondheid. Je belandde zelfs in het ziekenhuis. Toen je je instant messages op het Bloomberg-netwerk teruglas, schrok je van je eigen neerslachtigheid. Het aantal keren dat je ‘Ik wil dood’ had opgeschreven, was niet te tellen. Was dat schokkend?
Ja, natuurlijk. Het is vreemd dat je je eigen boodschappen niet herinnert. Het laat zien hoe ik me echt voelde: ik was behoorlijk depressief. Niet vanaf het begin, maar na enkele maanden begon het al. Het werk was echt een adrenalinerush, het ging maar door. Je emoties worden zo extreem, dat je ze niet meer voelt.
De climax valt samen met de kredietcrisis. Hoe hebben jij en je collega’s het begin van de crisis beleefd?
Aanvankelijk met ongeloof. Als makelaar heb je voortdurend te maken met geruchten en die moet je meestal negeren. Je hoort voortdurend van hedgefondsen die omvallen en banken die failliet gaan. Maar toen Northern Rock omviel, beseften veel mensen dat er echt iets aan de hand was. Kort daarna gingen de prijzen echt omlaag. Handelaren wilden alleen nog verkopen, niemand wilde nog prijzen afgeven. We merkten dat de grote Amerikaanse banken alleen nog verkochten. Dat was in een heel vroeg stadium, eind 2007. Dat was nooit eerder voorgekomen: iedereen was gewend dat er altijd kopers waren. Alles ging al jarenlang omhoog. Ik wist niet echt wat er aan de hand was, we probeerden uit te vinden wat subprime betekende, wat CDS’s (‘credit default swaps’ - red.) waren. Zelf handelden we ook wel in synthetische producten, maar we wisten nauwelijks welke risico’s daaraan verbonden waren. In feite waren het ook de onderliggende producten die het risico met zich meebrachten.
Was het bij de makelaars onderwerp van gesprek?
Mensen verloren hun interesse vrij snel. Als makelaar leef je van dag tot dag, van zeven tot zeven. Die dag verdien je geld of niet. Je staat niet te veel stil bij het grotere plaatje. Je brengt het grootste deel van de dag door met liegen tegen je klanten en tegen elkaar, terwijl je prijzen verzint en vertelt dat je iets kunt kopen, terwijl je dat nog helemaal niet weet. Het is alsof je poker speelt en je voortdurend zit te bluffen. Je denkt nooit na over de consequenties of morele implicaties. Handelaren doen dat ook niet. De enige manier waarop je succesvol kunt zijn - of kon zijn - op de financiële markten, is door je volledig te focussen op waarmee je bezig bent. Het moment dat je om je heen begint te kijken, ben je verloren. Toen Lehmann viel, zat ik te lunchen in Canary Wharf. Het was een complete schok. Maar het was goed dat het gebeurde. Lehmann was een belangrijke waarschuwing voor de rest van de sector. Doordat Lehmann omviel, realiseerde iedereen zich opeens hoe fragiel de sector was geworden. Maar als je gelooft in de cyclus van de markt, is deze crisis helemaal niet zo rampzalig. Natuurlijk gebeuren er slechte dingen, maar aan het einde van de jaren tachtig, met de junkbonds, was het niet veel anders. Nu hebben we de problemen met CDS’s en straks is er weer een ander probleem. Mensen zijn inventief, ze verzinnen wel iets. Wat deze crisis wel heeft laten zien, is de zwakte van de toezichthouders. Zij moeten eigenlijk tien jaar voorliggen op de bankiers. Tot nu toe liggen ze tien jaar achter. Ze zijn niet in staat om de financiële innovaties bij te houden, omdat alle talent bij de banken werkt, niet bij de toezichthouders. Dat is een financiële kwestie: het geld zit niet bij de toezichthouders, dus het talent ook niet.
Voelde niemand zich verantwoordelijk voor de crisis?
Niet bij de makelaars. Het is heel gemakkelijk om de gehele financiële sector de schuld te geven, maar de meeste mensen die daar werken, hebben geen enkele invloed op het systeem. De woede van de mensen is onterecht. Ik denk dat een paar bankiers slechte beslissingen hebben genomen, maar dat zijn mensen aan de andere kant van de Chinese muur: met bankiers heb ik nooit iets te maken gehad. Ik vind wel dat consumenten zelf ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De Amerikanen die subprime-hypotheken hebben afgesloten, zijn toch geen kinderen? De vraag is nu wat wij willen. Willen wij innovatie en sterke financiële markten die in staat zijn veel geld te verdienen, of willen we volledig op safe spelen met een streng gereguleerde markt waardoor China en de rest van Azië de slimste mensen weghalen en dominant zullen worden? Ik denk dat het gevaarlijk is onze financiële sector aan banden te leggen. Dat zou net zoiets zijn als de Stilton-kaas aan een ander land verkopen. Welke industrie moet de economie van het land dan draaiende houden?
Nadat je in het ziekenhuis was opgenomen, besloot je voor The Spectator een artikel te schrijven over je leven als makelaar, wat leidde tot je ontslag. Je hebt je collega’s sindsdien niet meer gezien. Ben je bang voor de reacties, als het boek op 1 april in Engeland verschijnt?
Toen ik begon met schrijven wel. Er waren moment dat ik me afvroeg of ik bepaalde dingen voor mijzelf kon rechtvaardigen. Wat is mijn motivatie om dit te doen? Ik heb wel last gehad van paniekaanvallen. Maar als je daar te veel over nadenkt, krijg je niets voor elkaar. Ik heb opgeschreven wat er werkelijk is gebeurd en heb geprobeerd mijzelf trouw te blijven. Als de reacties in april slecht zijn, is er niets meer wat ik kan doen. Ik heb het niet meer in de hand, en dat is prima. Ik ben benieuwd of ik een rechtszaak aan mijn broek krijg.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.