De wereld worstelt met haar geld en blust haar branden. Een willekeurig maar ook tekenend voorbeeld is de deal die de centrale bank van Engeland de banken voorstelt. Deze mogen hun hypotheken die niet of nauwelijks worden afgelost, ruilen voor staatsobligaties die wél gegarandeerd zijn omdat de overheid haar schulden altijd keurig aflost. Alsof de boer die zieke koeien heeft opgekocht zijn handel mag ruilen voor het gezonde stamboekvee uit de stallen van staat.
Het is goed dat de overheden in de financiële markten ingrijpen. Ze kunnen niet anders. Het vertrouwen in het zelfreinigende vermogen in de financiële ketens is te beschaamd. Of zoals Wouter Bos onlangs terugblikte op de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank waar hij aanwezig was: ‘Afgelopen weekend was ik in Washington bij de jaarvergadering van IMF en Wereldbank en ik merkte hoe daar, in het walhalla van het vrije marktdenken, hoe ook daar het vertrouwen was aangetast. Hoe er keihard gereageerd werd op bankbestuurders die geen regelgeving wilden maar wel uit de problemen geholpen wilden worden met publiek geld.’
De spijker op zijn kop. Hypotheekverstrekkers, de whizzkids met hun ingewikkelde producten, de bestuurders van banken en investeerders hebben deze crisis veroorzaakt. Waarom zouden we hen vertrouwen? Daarvoor hebben ze er een te grote puinbak van gemaakt die niet alleen hen zelf treft (so what?) maar ook andere, niet-betrokken burgers, consumenten en werknemers. Dat is het schandelijke. Alleen goede regels en streng toezicht kunnen de financiële markt nog gezond maken. En dat gaat ook gebeuren.
Het Financial Stability Forum, dat is het netwerk van nationale en internationale financiële autoriteiten, puzzelt zich suf hoe ze het falen van de geldhandel weer recht kunnen trekken en wel op een duurzame wijze. Branden blussen is één, zorgen dat je huis brandveilig is en met de juiste brandmelders is uitgerust, is twee. Banken en de financiële tussenhandel zullen volgens nieuwe regels hun risico’s moeten inschatten, hun communicatie in de ketens aanzienlijk moeten verbeteren, en het hele systeem van incentives en bonussen, de geïnstitutionaliseerde hebzucht, op de schop moeten nemen. En daar zal flink veel toezicht op komen en terecht.
Overigens kan de steun van de banken met ons belasting geld niet zonder gevolgen blijven voor de graaizucht in de top. Het kan niet zo zijn dat als het goed gaat je mag ‘optie graaien’ en als het slecht gaat je de staatsruif mag uitvreten.
Wat de financiële wereld nu overkomt, is eigenlijk niet uniek. Andere industrieën gingen haar voor. Zo kent de voedselindustrie veel regels en toezicht. Hetzelfde geldt voor het onderwijs, het medische handelen, de petrochemische industrie. Ook daar vertrouwen we op de goede intenties van de mensen maar vooral op het publieke toezicht.
De kredietcrisis is acht maanden oud. Toekomstige historici zullen later schrijven dat in onze tijd het toezichtkapitalisme ook de financiële sector binnendrong.
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.