We hadden het over de ongelofelijke groei van een land als Nederland na de Tweede Wereldoorlog, over onze historisch gezien onvoorstelbare rijkdom en we vroegen ons af waardoor die groei was veroorzaakt.
Toen ik de uitspraak van John Kotter (want hij is die man) in de groep gooide, keek iedereen me glazig aan. Alsof ik mijn verstand had verloren. Nee, managers en management hebben in 2014 op de gemiddelde verjaarsvisite geen beste naam.
‘Ja,’ zei ik, ‘maar die man heeft wel een punt.’ En ik citeerde Kotters uitspraak: ‘Wanneer je iemand die honderd jaar geleden aan Harvard afstudeerde een overzicht zou geven van de technieken die wij nu kennen om een continue stroom van producten en diensten naar pakweg vijfduizend klanten te krijgen, zou hij er niets van begrijpen.’ Door dit soort managementtechnieken is massaproductie mogelijk geworden. En massaproductie is, met zijn schaalvoordelen, één van de belangrijkste pijlers van onze huidige rijkdom.
Management is slechts één van de vele uitvindingen waaraan we onze huidige welvaart te danken hebben. Maar het is niet toevallig dat Kotter hem noemt. Elke beroepsgroep heeft de neiging om de wereld vanuit zijn specialisme te bekijken en zo verschijnselen te verklaren. Want vraag een socioloog waaraan Nederland zijn naoorlogse rijkdom heeft te danken, dan noemt hij de sociale rust. Een jurist zal rechtszekerheid en een behoorlijk, niet corrupt bestuur noemen.
Stel je de vraag aan een Keynesiaanse econoom, dan zal hij zeggen dat we onze welvaart danken aan overheidsbemoeienis. Overheidsinvesteringen in wegen, scholen, dijken, ziekenhuizen etcetera zorgen voor een sterke koopkrachtige vraag. Bovendien dempt de verzorgingsstaat de economische conjunctuur: doordat werklozen een goede uitkering krijgen, blijven ook bij economische tegenwind de consumptieve bestedingen op peil. Een neoliberale econoom zal beweren dat we er dankzij het particuliere initiatief en marktwerking steeds verder op vooruit zijn gegaan. Het leuke van economie vind ik dat het van allemaal een beetje is. Groei is een wonderlijk spel tussen verschillende krachten.
Dat laat het volgende verhaal zien. Begin jaren zestig verzette textielbaron Nico van Heek zich tegen de vestiging de Technische Hogeschool Twente (THT), voorloper van de huidige Universiteit Twente (UT), in Enschede. Zijn grootste zorg was dat de nieuwe banen bij de THT de lokale arbeidsmarkt zouden verstoren en de lonen zouden opjagen. ‘Ik denk hierbij aan amanuensissen, laboratoriumpersoneel, schoonmaaksters, tuinlieden en God weet wat voor personeel ze nog meer nodig hebben.’ Die mensen zouden allemaal beduidend meer betaald krijgen dan tot dan toe volgens de Textiel CAO gebruikelijk was en dat wilde Van Heek niet.
Stel je voor dat begin jaren zestig de overheid geen initiatieven had ontplooid en alles aan de markt had overgelaten. Dan was de Twentse textiel door de concurrentie uit lagelonenlanden verdwenen en hadden de Tukkers met lege handen gestaan. Maar dankzij de UT kwamen er vele nieuwe banen. Niet alleen is de universiteit zelf een belangrijke werkgever. Ook de door voormalige studenten opgezette bedrijven bieden werk aan duizenden mensen. Dat oud-studenten tientallen technisch geavanceerde bedrijven rond de UT hebben opgericht, is beslist een kwestie van ondernemingszin en marktwerking. Maar die innovatieve bedrijven zouden er nooit zijn geweest zonder een actieve overheid die miljarden in onderwijs en onderzoek had geïnvesteerd. De UT was en is een zegen voor Enschede en omgeving.
Het verhaal over de UT laat ook zien hoe belangrijk goed onderwijs voor economische ontwikkeling is. Een onderwijseconoom zal daarom zeggen dat we onze rijkdom vooral te danken hebben aan een hoogopgeleide beroepsbevolking en dat het besef dat alle talenten, ook die van arbeiderskinderen, moeten worden benut dé grote uitvinding van de twintigste eeuw is. Volgens mij heeft de onderwijseconoom evenveel gelijk als Kotter. Maar met zijn stelling scoor je op een verjaardag ongetwijfeld beter dan met die over management.
Annegreet van Bergen is econoom van opleiding en journalist van beroep.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.