Column

Draaitol

Mijn schoonmoeder houdt van tollen. Ik ook. Als kind was ik voortdurend met mijn zwarte draaitol en rode snoer bezig. Tollen moet een zekere gothic hebben, zo wist ik, want het grenst aan het magische.

Rene ten Bos | 1 januari 2013 | 3-4 minuten leestijd

Ik had als toldraaier een zekere finesse. Ik wikkelde de tol in het snoer, hield snoer en tol ferm vast in de palm van mijn hand, gaf alles een intense kus en wierp daarna de tol uit mijn handen waarbij ik het puntje van het snoer vasthield. De tol vocht zich uit het snoer en het snoer vocht zich uit zijn spiraalvorm. Prachtig gezicht. Kijk naar slow motion beelden.

Daarna kon ik de tol klappen met het snoer geven en draaiende houden. Minutenlang volgehouden sadomasochisme om leven in een op zich dood object te krijgen en te houden.

Meestal wierp ik de tol onderhands, maar ik beheerste ook een ‘bovenhandse’ worp, waarmee ik mijn arm boven mijn schouder hief en de tol op moeder aarde gooide alsof het een bliksemschicht uit handen van een dondergod was. Ik maakte hiermee bijzondere indruk op meisjes en hun moeders. Mijn schoonmoeder vindt me nog steeds de ideale schoonzoon, maar daarover moeten we het nu niet hebben.

We moeten het serieus hebben over de tol.

Wonderlijk klein ding, taps van vorm, spits toelopend naar onderen en aan de bovenkant sferisch en breder. Voorhanden in duizenden kleuren. Sommige zijn groot, andere kleiner. Sommigen dik, andere veel slanker. Draaitollen zijn wat dat betreft net mensen. Ze zijn charmanter dan bromtollen, waarbij de technologie minder rudimentair is en dus vervreemdend werkt. De draaitol was in mijn tijd eigenlijk niet meer dan een stuk massief hout dat naar beneden toe uitmondde in een stukje ijzer. Dat ijzer, dat in het hout geslagen werd, zorgde ervoor dat het ding kon draaien, ook al is enige externe hulp in het geval van een houten draaitol noodzakelijk.

Maar denk die externe hulp weg. Zie het ding draaien, ergens op een harde ondergrond. Stoeptegels bijvoorbeeld. Het mooiste was als de tol door de naden tussen de stoeptegels aan snelheid won en vervolgens op mysterieuze wijze weer op het gladde vlak van de tegel terecht kwam. We keken altijd amechtig naar dit wonder van turbulentie. Dat een ding draaien kan, is nog tot daaraan toe, maar dat het ding dat kan door de as waarom het draait te verplaatsen, grenst aan mysterie. De tol verplaatst zich! Als het eenmaal belandde in het zand tussen de tegels, dan gaf je geen stuiver meer voor zijn kansen. Maar zie daar! Het lijkt een eigen overlevingsdrang te hebben en triomfeert.

Maar dit is nog lang niet alles. Turbulentie op één punt is een schone zaak. Geniale pirouette. Turbulentie op een punt dat zich verplaatst is al beter. Maar het allermooiste – je zag het steeds in die plekken tussen de stoeptegels gebeuren – is dat de hele tol voortdurend neigde om te vallen, een lot dat met onvermoede heroïek werd afgewend. De tol recht zich, gaat weer schuin, recht zich wederom, valt niet om. Triomf der triomfen. De tol is turbulentie zonder opgave, zonder nederlaag, zonder ordeloosheid.

Iedere klap die je het gaf, was eigenlijk spijtig, want je gunde de tol een eigen leven. Ik weet het, draaitollen zijn semi-autonoom, maar dat is een filosofische opmerking die de pret alleen maar bederft.

***

Beste lezer, ik vraag u deze lofrede op de tol nog eens te lezen. Vervang daarbij overal het woord ‘tol’ door een woord als ‘bedrijf’, ‘organisatie’ of ‘economie’. Ik beloof u dat dit frapperende resultaten oplevert.

We leven in turbulente tijden, zeggen de economen. Bedrijven vallen om, bedrijfstakken vallen om, hele naties dreigen om te vallen. Niemand lijkt erin te slagen de zaak draaiende te houden. In de turbulentie is geen greintje orde meer te vinden. Geen stabiel rotatiepunt, laat staan de élégance die het handelsmerk van de tol is.

Bewindvoerders in management en politiek moeten dringend op draaitolcursus. Kosten onder de 10 euro en het snoertje, rood of niet, krijgen ze er gratis bij.

Over Rene ten Bos

René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en honorary professor aan de Universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in kritische management theorieën en heeft gepubliceerd over verschillende onderwerpen, zoals organisatie-ethiek, strategisch management en genderstudies.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden