We kunnen de vergrijzing niet meer betalen, dus het moet. Langer werken dus. Op de langere termijn zal de inzet van ouderen onvermijdelijk blijken gezien de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Voor mij als zelfstandig ondernemer met een forse pensioenbreuk, is doorwerken na mijn 65ste geen vraag maar een must. Ik vind het bovendien een uitstekend idee. Om me heen zie ik de wereld van de ‘pensionado’s’ op slag klein, heel klein worden. Dat lijkt mij bepaald geen lonkend perspectief: uitgerangeerd in rijen door de musea schuifelen, in een camper naar de zon, in een soort uitzichtloosheid elkaar opzoeken en steeds minder te melden hebben. Het wordt stil, want wat valt er nog te zeggen?
Maar kan het ook, langer doorwerken? Zit onze snelle wereld nog wel te wachten op de 60-plusser? Laat ik enkele voorbeelden uit mijn praktijk geven. Zij is adviseur, 60 jaar en wordt op een zijspoor gezet. Het argument: ‘Je bent oude cultuur en past niet meer bij ons nieuwe imago.’ Hij is, of was, directeur in de overheidssector, 58 jaar en wordt op non-actief gesteld. Het argument: ‘We willen een snelle omslag naar een meer ondernemende cultuur, daar pas jij niet meer in.’ In meerdere organisaties waar ik kom, wordt met enige verontwaardiging over de oudere medewerker gesproken. Het verhaal: ‘Ze werken nog maar 50 procent, kunnen niet meer mee met de ontwikkelingen, verdienen wel 100 procent en lopen dan ook nog te klagen.’
Het is het beeld van de oudere als profiteur. Ook in het maatschappelijk debat hoor je het terug: ‘Waarom zouden wij voor hen werken?’ Ouderen die nog wel ‘in charge’ zijn, zie je vooral bij oude regimes en instituties, Noord Korea, Cuba, China en de Katholieke kerk: dictatoriaal en conservatief. Kortom: linksom of rechtsom, de oudere heeft een slecht imago. Oud is fout, oud is uit1
Maar wij ouderen (ai, wat klinkt dat!) hebben daarin ook een fors eigen aandeel. Zo zie ik een toenemende ‘verontwaardiging’ over de veranderende wereld die hen hun zekerheid afneemt. Een houding van ‘het zal mijn tijd wel duren, ik neem mijn verworven rechten’. Een houding van ‘al die nieuwigheid, het hoeft voor mij niet meer’. Ik zie de calculerende vijftiger die, terwijl hij dat in zijn hart zo graag wil, geen dag minder gaat werken vanwege de consequenties voor zijn pensioen. De uitgebluste werknemer op leeftijd die al te lang slechts op zekerheden geleefd heeft, die zijn tijd uitzit, terwijl er weinig meer uit zijn vingers komt.
Zo creëert de oudere zelf het beeld van de profiteur, en maakt hij zichzelf tot slachtoffer. Want het is natuurlijk niet de veranderende wereld die hem zijn zekerheid ontneemt. De wereld is wat hij is. Het is dus uiteindelijk een kwestie van hoe hij met die onvermijdelijke wereld omgaat. Kortom: de oudere zet zichzelf vaak buitenspel!
Daar ligt dus ook de uitdaging. Er bestaat geen recept, maar enkele zaken zijn van groot belang. Blijf fit en vitaal. Oefen lichaam en geest met sport, meditatie of yoga. Wat niet geoefend wordt, kwijnt weg. Zo kun je het proces van veroudering vertragen en handhaaf je een hoog energieniveau. Transformeer je levens- en werkervaring. Wat heb je geleerd, los van de inhoud? Hoe kan je die inzichten inzetten? Hoe kan je de toegenomen wijsheid en rust inzetten. Wat kun je waar nog bijdragen? Wat kunnen jongeren juist van jou leren? Ga met je tijd mee. Experimenteer juist met de nieuwe sociale media, ga online. Surf mee op de golf van vernieuwing. Laat jezelf zien, organiseer jezelf. Bouw een nieuw netwerk op of revitaliseer je laatste netwerk, om dat wat je te bieden hebt in de wereld te kunnen zetten, om een bijdrage te blijven leveren. Ik zag in de krant de foto van een 89-jarige die promoveerde. De vitaliteit spatte er af. Zo kan het dus ook. Het wordt tijd dat wij ‘ouderen’ zelf de regie nemen.
Daarnaast ligt er ook een verantwoordelijkheid bij organisaties. Hoe kunnen zij hen ondersteunen in hun transformatieproces? Hoe kunnen zij het geaccumuleerde kapitaal dat ouderen in zich dragen, productief maken? Organisaties zullen ook wel moeten als we de arbeidsmarktvoorspellingen mogen geloven: krapte alom! Het wordt tijd om de inzet van ouderen te herontwerpen. Het is aan hen zelf om dat de komende jaren op de agenda te krijgen en (mede) vorm te geven.
En ikzelf? Als ‘bijna oudere’? Ik breng mijn eigen adviezen in de praktijk. Het valt niet mee jezelf opnieuw uit te vinden, maar het is wel de moeite waard. De weg die voor me ligt, wordt dan wel korter, maar blijft een avontuur. Dat vind ik een lonkend perspectief.