Ik verbaas mij erover dat er nog altijd blind wordt getest. Na het drama van de smaaktesten van Coca Cola weet iedereen toch intussen dat het oordeel van een mens over een product is gebaseerd op een reeks waarnemingen? De smaak is er maar één van, en die wordt bovendien niet alleen bepaald door de smaakpapillen. Ook de omgeving, het weer, het merk, de kleur en de verwachting bepalen wat je als smaak ervaart. Wat je op een buitenlands terrasje heerlijk vond, blijkt thuis lelijk tegen te vallen.
Toch bestaat blind testen overal. Bij producten, bij diensten en in sommige landen ook bij sollicitanten. Je mag niet weten of iemand man of vrouw is – discriminatie! – wat de leeftijd is – discriminatie! – of wat iemand verder in zijn/haar leven uitspookt – privacy! Ook geen pasfoto, want dat deformeert de eerste indruk. Er mag alleen worden gekeken naar feiten als opleiding, ervaring en relevante cases. Hoe komt het dan dat knappe mensen meer succes hebben en meer verdienen dan mensen die niet aantrekkelijk worden bevonden? Voor een potentiële klant bepaalt de eerste indruk van een persoon voor een belangrijk deel of je met de betreffende accountmanager, arts of consultant in zee wilt gaan. Die eerste indruk vertelt iets over houding, interesse, enthousiasme en toewijding. Sommige mensen vind je prettig, en anderen vreet je niet. Waar dat precies aan ligt doet er op dat moment minder toe; het is hoe dan ook belangrijk voor het succes van de dienst of de samenwerking. Terwijl je als klant geen idee hebt van de opleiding, ervaring of relevante cases.
Ik heb het wel eens met sollicitanten. Zorgvuldig geselecteerd op basis van het cv, de juiste ervaring, opleiding en met aansprekende nevenactiviteiten. Ik ben dan gewoon nieuwsgierig hoe die persoon er uitziet. En nog voor de sollicitant goed en wel zit, weet ik het al. Die niet. Ik kijk verwonderd van cv naar sollicitant en weer naar het cv: klopt dit wel? Kan iemand met zo’n cv er zó uitzien? En hoe blijf ik beleefd?
Maar ik doe mijn best en stel een vriendelijke openingsvraag die een mens op zijn gemak stelt. Het antwoord is nog erger dan ik al dacht. Het komt dan ook niet meer goed tussen mij en de sollicitant. Na een stroef half uur nemen we afscheid. Voorgoed.
Ook musici worden blind getest. De kandidaat zit achter een gordijn zodat de jury alleen kan luisteren en niet kijken. Is dat eerlijker? Ik weet het niet. Misschien voor een anonieme violist, onzichtbaar in een orkestbak. Maar een solist staat of zit te kijk, en dat speelt een rol. Je kijkt en luistert liever naar aantrekkelijke mensen dan naar onaantrekkelijke mensen. Vorige maand was ik bij een concert van een beroemde cellist die zo met zijn hoofd zat te zwaaien, dat ik onafwendbaar werd geplaagd door de gedachte dat hij zijn roos in zijn kostbare cello uitschudde. Dat kwam mijn genot niet ten goede. Na de pauze concentreerde ik mij op de dirigent met handen als van een mimespeler waardoor de muziek mooier werd. Terwijl het geluid toch hetzelfde was.
Laatst had ik het genoegen aanwezig te zijn bij een literaire prijsuitreiking. Van de vijf genomineerden vond ik er één een duidelijke kwal. Arrogante Harry Mulisch maniertjes, zelfingenomen en voorlezend uit eigen werk met een intonatie die alles omvatte waar ik misselijk van word. Schreef hij goed? Ik wilde het niet eens weten. Van mij zou hij geen punten krijgen. Wie ik wel de punten gunde had al even weinig met de schrijfprestatie te maken. Mijn dochter was namelijk een van de genomineerden. Als papa kan ik dan maar beter helemaal niet stemmen. En dat is ook nergens voor nodig. Ze ziet er met haar twintig jaren geweldig uit, en daar valt elk jurylid op. Van iemand die er zo uitziet, wil iedereen toch zeker graag een boek lezen!
Column
Met blind testen weet het brein geen raad
‘Wat is dit voor jam?’ ‘Nou, jouw favoriete bosbessenjam, maar het laatste restje. Dus geen vruchtjes.’ Ik neem nog een hap en nu proef ik het duidelijk: bosbessen. Omdat ik de jam door de afwijkende substantie eerst niet herkende, wist ik ook niet wat ik moest proeven. Maar nu ik het weet, is er geen aarzeling mogelijk: het laatste restje van mijn favoriete jam. Ik proef het duidelijk. Héérlijk!