Job Cohen stelde dat ‘wij alles aan professionele marktpartijen overlaten. En die partijen kunnen ons uiteindelijk alles wijs maken’. En dat kunnen ze inderdaad. Als je als gemeente nergens meer verstand van hebt, dan kunnen ze je van alles wijsmaken. Het is erg lastig een oordeel te vormen over wat ‘specialisten/deskundigen’ (die bovendien een commercieel belang hebben) jou als amateur proberen wijs te maken. Je moet er trouwens niet aan denken wat iets dergelijks zou kunnen betekenen bij marktwerking in de gezondheidszorg.
Ik spring eerst even naar een ander nauw gerelateerd thema, en wel ‘aangeleerde hulpeloosheid’. U kent dat wel: ik weet het niet, ik snap het niet, ik ben daar niet van, daar is trouwens iemand anders voor en bij lastige vragen doen we dat hier alleen nog maar via tussenkomst van de afdeling Communicatie, anders krijg je maar ongecontroleerde in plaats van gecontroleerde misverstanden.
Je maakt daar soms leuke staaltjes van mee in de dagelijkse praktijk. Een mailtje van een Opleidingsinstituut (van acht regels) aan de deelnemers van een training die pas dagen later, dus na de training, wordt rondgestuurd. ‘Ja, wij van Opleidingen hadden het erg druk en iets rondsturen naar een groep groter dan twintig mensen heeft toch wel veel weg van corporate communication, en ja, dat die afdeling het dan ook druk heeft, daar kunnen wij niets aan doen. Wel jammer voor de deelnemers dat ze nu geen voorbereidingstijd hadden voor de opdracht. Is wel een leerpunt trouwens. Misschien moeten we nog beter vooruit plannen voor de volgende bijeenkomst.’
Mijn suggestie was om via 2.0 of twitteren de communicatielijnen directer te maken. (Het heet pas 2.0 als het over normale menselijke verhoudingen gaat, volgens mijn collega Harold Janssen.) Maar het voorstel werd onmiddellijk naar de prullenbak verwezen. Er waren namelijk al organisaties bekend die twitteren in de baas zijn tijd verboden hadden. En op web 2.0 had de afdeling ICT geen grip. Je moest mensen dan bovendien weer volwaardig toegang geven op internet. Lastig, lastig, ja heel lastig.
Marc Chavannes stelt in zijn column van 19 december in het NRC: ‘Iedere overheid moet tegenwoordig een bureau huren om aannemers om offertes te kunnen vragen en later te beoordelen. En een ander bureau om de adviezen van dat eerste bureau te beoordelen. Het gevaar bestaat dat de commissies die nu tot 35 miljard aan bezuinigingen voor het kabinet moeten vinden opnieuw zullen dagdromen over de winst van een nog ondeskundiger overheid. Amateurisme is nationaal beleid geworden.’
Het Nieuwe Amateurisme is eigenlijk dat je niets kan en/of snapt. Maar dat komt niet voort uit goed bedoeld amateurisme, maar juist uit een doorgeslagen professionaliteit gekoppeld aan aangeleerde hulpeloosheid: daar hebben wij een specialist/deskundige voor en die halen wij, heel stoer van de vrije markt want dan is het goed. ‘En wat ik dan zelf nog doe, vraagt u? Ik houd me bezig met de grote lijnen. Wat ik hiermee bedoel? Nou eh… besturen, beleid maken, budgetten en projectplanningen.’ En, lukt dat een beetje? ‘Zeker. Meten is weten… Toch!’