Ik kan dat het beste illustreren aan de hand van iets dat ik zelf heb meegemaakt. Een paar jaar geleden deed ik mee aan een ‘train de trainer programma’. Het onderwerp van deze training was ‘omgaan met lastige deelnemers’. Voorafgaand aan de training ontvingen alle deelnemers een syllabus, compleet met lesinhoud en leerdoelen. Het trainingslokaal zat bomvol met enthousiaste trainers, allemaal in blijde verwachting van de heilige graal voor het afrekenen met lastpakken. Mijn enthousiasme werd getemperd toen de trainer verscheen. Ik had al twee keer eerder een training bij deze man gevolgd en het enige wat ik mij hiervan herinner, was dat het zo tergend langzaam ging. Deze dag was daarop geen uitzondering. De groep van dertig mensen werd uiteengestuurd in kleinere groepjes om samen de leerdoelen te bediscussiëren. Een volkomen nutteloze exercitie omdat het hele programma inclusief leerdoelen al vaststond. Zoiets is een riskante onderneming met dertig mensen. Zoveel mensen, zoveel wensen. De mensen in mijn groepje startten een levendige discussie. Ik hield me afzijdig. Na een uurtje verzamelden alle deelnemers zich met evenzoveel Post-it velletjes en met een veelvoud aan leerdoelen in de zaal.
De trainer had er zichtbaar moeite mee. Hij schoof met de Post-it velletjes op het bord dat het een lieve lust was. Het was een helse opgave orde in de door hem gecreëerde chaos te scheppen. Ondertussen tikte de klok met eenzelfde enthousiasme verder. Het grootste deel van de tijd stond de trainer met zijn rug naar de groep. Af en toe keerde hij zich naar een deelnemer om verduidelijking te vragen. Het leek een eeuwigheid te duren. Mijn horloge gaf mij daarin gelijk. Rond een uur of twaalf stak ik mijn vinger op en vroeg geïrriteerd: "Gaan we vandaag nog wat doen?" De trainer was zichtbaar van zijn stuk gebracht. Met enig ongeloof in zijn stem vroeg hij: "Hoe bedoel je?" Ik: "Nou, dat lijkt mij duidelijk. Het programma ligt klaar en daar hebben wij nog niets van gedaan. Het enige wat ik wil weten hoe groot de kans is dat wij voor de lunchpauze nog iets zinvols gaan doen?" Kenmerkend voor dergelijke trainers is dat ze lastige vragen niet zelf beantwoorden, maar het vraagstuk in de ‘groep gooien’: "Wat vinden jullie ervan?" Enkele mensen reageerden met: "Ik vind dat wij al veel gedaan hebben hoor!" Dus besloot hij op dezelfde voet verder te gaan. Ik wist genoeg en besloot naar huis te gaan.
In de weken na deze rampdag ontmoette ik diverse andere deelnemers. Op mijn vraag hoe de dag verder verlopen was, antwoorden ze: "Je had groot gelijk dat je weg bent gegaan, het is de hele dag zo doorgegaan. Niets geleerd!" Eigen schuld, hadden ze ook maar hun mond moeten opentrekken.
In dit verhaal ligt een gedeelte van het antwoord op mijn vraagstelling uit de inleiding van deze column opgesloten. Trainers ontvangen van de deelnemers tijdens de training zelden de juiste feedback. Mensen hebben er een hekel aan om zich tegen de rest van de groep te keren. Want daarmee loop je het risico te worden uitgestoten, zoals mij was overkomen. Toen ik opstond, riepen enkele mensen: "Mooi zo, opgeruimd staat netjes!" Afhankelijk van de trainingsopzet verliezen trainers de deelnemers na enige tijd definitief uit het oog. Hoe beoordeel je dan de resultaten? Zijn die wel zo blijvend als sommigen denken?
Een ander probleem is dat trainers regelmatig voor een selecte groep met mensen staan. Stel je geeft een workshop in ‘zingeving’. Ik moet er niet aan denken, maar het onderwerp is tegenwoordig populair. Er schijnen nogal wat medelanders dolende te zijn. Dan kun je dus rekenen op een stoet trieste sloebers driftig op zoek naar de zin van hun ellendige bestaan. En die kijken er toch anders tegenaan dan mensen die volop van het leven genieten. Ze zijn vatbaarder voor beïnvloeding en ze grijpen elke vorm van hulp, hoe exotisch ook, met gretige handen aan.
Een ander probleem is het automatische imiteergedrag van mensen. Dat zit in onze psyche ingebakken. Imitatie heeft een nuttige functie. Imitatie maakt je sympathiek in andermans ogen. Het creëert een band. Dus hebben leden in de groep de neiging elkaar na te apen. Daarmee bevestigen ze elkaar in hun gedrag.
En dan is er nog een weeffoutje van de evolutie dat ons parten speelt. Wij hebben de neiging om positieve signalen op te pikken en negatieve signalen te negeren. Bevlogen trainers zijn daarvoor in het bijzonder vatbaar. Het versterkt hun gevoel op de juiste weg te zitten.
Daarmee is niet gezegd dat ik van mening ben dat sommige trainers charlatans zijn die mensen bewust beduvelen. Ik denk dat de meeste trainers oprecht geloven in de soms domme theorietjes die ze hun publiek voorschotelen.
Is het niet ontzettend jammer dat ondeugende jongetjes of meisjes een zeldzame verschijning zijn in trainingslokalen?