Interview

Rana Foroohar

‘De financiële markten stonden al vóór het coronavirus op springen’

Big tech heeft haar principes verraden, stelt Financial Times-columnist Rana Foroohar in Don't be evil. Techplatforms als Google, Apple en Amazon zijn zo groot en machtig geworden dat ze de volledige wereldeconomie dreigen te ontwrichten. ‘Het ontbreken van een Europese Facebook is een teken van kracht.’

Jeroen Ansink | 16 april 2020 | 4-6 minuten leestijd

De titel van uw boek verwijst naar het motto van Google om niet kwaadaardig te zijn. Vindt u Google evil?
Ik denk dat Google aanvankelijk niet kwaadaardig wilde zijn, maar het uiteindelijk wel is geworden. Als pionier van het toezichtkapitalisme heeft het bedrijf ervoor gezorgd dat ons gedrag in toenemende mate gemonitord en vercommercialiseerd wordt. Internetgebruikers zijn in deze opzet niet langer de klant, maar het product, met alle uitbuitende en dehumaniserende gevolgen van dien. Dus ja, het hele ondernemingsmodel van tech-platforms als Google is corrupt en dient te veranderen.

U verwijt de sector daarnaast te groot en machtig te zijn geworden.
Die marktconcentratie is al veertig jaar gaande, maar begint zo langzamerhand verontrustende vormen aan te nemen. In de Verenigde Staten is inmiddels tachtig procent van het totale ondernemingsvermogen in handen van slechts tien procent van de bedrijven, en het is tekenend dat met name de leidende tech-platforms daar de grote begunstigden van zijn. Die economische dominantie vertaalt zich ook in politieke macht. Big tech maakt dankbaar gebruik van de mogelijkheid om ongelimiteerd te lobbyen, en heeft een waanzinnige hoeveelheid geld in Washington gedumpt om politici welgevallige standpunten in te laten nemen. En belangrijker nog: om te bepalen wat er níet gezegd wordt. Bedrijven als Google, Facebook en Amazon financieren namelijk ook een hele rits academici om gevoelige kwesties omtrent big tech te onderzoeken. Door hun onderzoeksrapporten niet te publiceren en ongewenste meningen te onderdrukken controleren ze met andere woorden de agenda, wat een domper legt op het hele democratische proces. En omdat big tech haar activiteiten inmiddels heeft uitgebreid naar sectoren als de zorg- en de entertainment industrie voelen ook niet-technologische bedrijven de druk om te consolideren.

Wat funest is voor innovatie.
Big tech heeft het de afgelopen jaren niet alleen voor elkaar gekregen dat privacy- en copyrightregels werden versoepeld, maar ook dat het voor startups beduidend moeilijker is geworden om hun innovaties te patenteren. Ik hoor van zoveel kleine bedrijven die geen voet meer tussen de deur kunnen krijgen, simpelweg omdat veel durfkapitalisten niet meer investeren in sectoren waar big tech haar pijlen op heeft gezet. En de startups die wel succesvol zijn, zoals Instagram en Whatsapp, worden massaal opgekocht als ze relatief klein zijn, wat het voor nieuwkomers alleen maar moeilijker maakt om nog te kunnen concurreren. Big tech heeft sinds de introductie van de iPad in 2010 in feite niets geïntroduceerd dat werkelijk baanbrekend was. De enige vernieuwing kwam van incrementele verbeteringen op al bestaande producten.

U stelt dat de ongebreidelde groei van big tech zelfs een gevaar voor de wereldeconomie vormt.
De grote tech-bedrijven zitten op een enorme berg cash. Ze hebben dat voor een deel belegd in obligaties van andere bedrijven, waaronder, ironisch genoeg, de ondernemingen die moesten lenen om zelf óók te kunnen consolideren. Daarmee zijn platforms als Google, Facebook en Apple zich feitelijk gaan gedragen als een bank, zonder dat ze als zodanig worden gereguleerd. Dat heeft geleid tot een zeepbel aan ondoorzichtige schuldposities die een aanzienlijk systeemrisico opleveren. Het zijn met andere woorden de grote tech-ondernemingen, en niet de grote banken, die momenteel too big to fail zijn. Dat zie je ook terug in de onrust op de beurzen. De huidige crisis werd weliswaar getriggerd door het coronavirus, maar de financiële markten stonden al vóór de pandemie op springen.

Wat gaat er gebeuren nu Amazon naar Nederland komt? Krijgen wij ook te maken met een monopolisering van de economie?
Europa is op dit moment behoorlijk kwetsbaar. Met name de telecom-industrie heeft zich zwaar in de schulden moeten steken om de consolidatiegolf bij te kunnen houden. Aan de andere kant beschikt de EU over een levendig concurrentielandschap waarin de extreme machtsconcentratie die we nu in Amerika zien niet voorkomt. Het continent wordt door Silicon Valley vaak bekritiseerd omdat het op eigen bodem nooit een tech-gigant heeft geproduceerd. Maar het ontbreken van een Europese Google of Facebook is wat dat betreft juist een teken van kracht.

Hoe roepen we de ontwrichtende werking van big tech een halt toe?
Techplatforms zouden om te beginnen gereguleerd moeten worden als nutsbedrijven, zodat ze geen misbruik van hun machtspositie kunnen maken en iedereen gelijke toegang tot hun netwerk geven. Daarnaast moeten we als samenleving de conversatie ook op een dieper niveau voeren. Als data de olie van de toekomst zijn, moeten we dan toestaan dat tech-bedrijven onze online gegevens gratis kunnen verzamelen, of moeten we ze daarin juist beperken? De gouverneur van Californie heeft in dit verband al het idee voor een digitaal dividend geopperd, waarbij big tech gedwongen wordt om een deel van haar winst in een apart potje te stoppen. Zo'n openbaar fonds zou gebruikt kunnen worden om het technisch onderwijs en de IT-infrastructuur in de staat te verbeteren, een investering die ook in het belang is van Silicon Valley zelf.

Het zal niet makkelijk zijn om dit soort beslissingen in het midden van een pandemie te maken.
Tijdens de kredietcrisis hadden we de kans om de relatie tussen Wall Street en rest van de economie te herzien, maar beperkten we ons tot het leggen van een noodverband. Misschien dat het huidige tijdperk ruimte opent voor een fundamenteler discussie over big tech. We moeten als samenleving niet alleen nadenken over nieuwe belastingsstructuren en over de vraag hoe we in de nieuwe economie onze burgerlijke vrijheden kunnen garanderen, maar ook over onze geopolitieke betrekkingen. Zo zijn de Verenigde Staten en China verwikkeld in een keiharde strijd rondom de ontwikkeling van 5G, een gevecht waarin Europa bekneld dreigt te raken. Wat zijn de ramificaties als de EU-lidstaten straks gedwongen worden om partij kiezen? We staan nog maar aan het begin van een transformatie die waarschijnlijk zo'n honderd jaar zal duren.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden