U staat bekend als een van de meest uitgesproken atheïsten en tijdens de promotie van uw nieuwe boek nam u deel aan verhitte debatten over religie. Voelt u zich gevangen in de term atheïsme?
Het label atheïst is in veel omstandigheden onproductief en voert een gesprek onmiddellijk naar een plek waar het niet heen hoeft te gaan. Het cruciale verschil tussen rede en redeloosheid, wetenschap en religie en intellectuele eerlijkheid en het gebrek hieraan is het verschil tussen het geloven van dingen om goede of slechte redenen. Iedereen kan min of meer het verschil tussen die twee zien. Wanneer je elkaar vindt op die grond, dan kun je praten over wat een goede reden is voor een boek, claim of gedachte. Dan beginnen de claims van religieuze mensen, bijvoorbeeld over de goddelijkheid van hun favoriete boek of de naderende bevestiging van de profetie, snel uiteen te rafelen. Het atheïsme is een reactie op dit soort slechte ideeën van religies. Meer is het niet. Maar de term atheïsme gaat tegenwoordig gepaard met zoveel verkeerde assumpties, dat ik het met weinig enthousiasme gebruik.
Ook politiek liberalen maken fouten als het aankomt op religie, zo betoogde u in een debat met onder andere acteur Ben Affleck.
Ik zie mezelf als een liberaal op zo’n beetje elk vraagstuk, maar ik ben het niet eens met de liberale aanname dat alle mensen overal ter wereld hetzelfde zijn en dezelfde dingen in het leven willen. Dat is een denkfout en het gevolg ervan is dat wanneer mensen zich op afschuwelijke manieren gedragen, zeker als ze in het verleden door het Westen zijn onderdrukt, de gedachte al snel is dat de onderdrukkers dus de schuld hebben. En dat als wij nou niet hun olie hadden gestolen, ze blijmoedig met ons zouden samenwerken aan een duurzame beschaving. Daar zit geen flinter waarheid in, want de strijders van IS zijn precies zo ijverig om in het paradijs te komen als ze zeggen dat ze zijn. Ze willen echt mensen hun hoofden afhakken en overspeligen en homoseksuelen vermoorden, omdat de schepper van het universum ze dat heeft verteld. Dat zijn geen mensen met wie we een gesprek kunnen voeren, maar dat is iets wat de meeste liberalen weigeren toe te geven. Zodra je je concentreert op de islam als een uniek probleem in 2014, dan loop je tegen deze denkfout van liberalen aan.
Na deze religies moeten we volgens u een nieuw geloof opgeven, namelijk het idee dat we een ‘zelf’ hebben. Wat bedoelt u met een ‘zelf’?
De term zelf wordt vaak gebruikt voor de hoofdpersoon in ons lichaam. Zo ervaren de meeste mensen dat gedachtes die opkomen uit hun zelf komen, een soort onveranderlijk centrum dat onophoudelijk gedachtes produceert. Die zelf is een illusie en kan worden doorgesneden. Als je met technieken als meditatie op zoek gaat naar deze denker dan kun je tot de conclusie komen dat hij er niet is. Het zelf en het gevoel van het zelf verdwijnen dan uit het bewustzijn. Wat overblijft is een open veld van bewustzijn dat niet langer draait om dit centrale oog of ego.
Waarom moeten we het zelf doorsnijden?
Ten eerste is het plezierig om vrij te zijn van het gevoel van een zelf. Mensen ervaren een glimp van deze vrijheid tijdens activiteiten die niets met meditatie te maken hebben, zoals sport of seks. Ze zijn dan in een ‘flow’. Een van de meest plezierige dingen eraan is dat deze mensen zeggen zichzelf te vergeten, ze verliezen het gevoel dat er een afstand is tussen hun zelf en de ervaring. Meditatie is een manier om in te zien dat het gevoel van een zelf slechts een verschijning is in ons bewustzijn en dat je dit gevoel kunt laten vallen. Daarmee is het een manier om toegang te krijgen tot een welzijn dat veel mensen willen. Ten tweede helpt mediteren ook bij het doorsnijden van het gevoel dat je de volgende gedachte bent die in je bewustzijn opkomt. Aangezien de meeste van onze gedachten onplezierig zijn, zorgen ze vaak voor gevoelens van angst of spijt. Je niet identificeren met elke gedachte die in je hoofd opkomt, kan je lijden significant doen afnemen. Je hoeft namelijk niet boos te worden als kwade gedachten opkomen, net zoals depressieve gedachten je niet per se depressief hoeven te maken. Mediteren is een manier om de volgende verschijning in je bewustzijn niet volledig serieus te nemen.
De titel van uw boek is Het huidige moment. Waarom is dat zo belangrijk?
Het is alles wat we hebben, maar we verliezen ons vaak in gedachten over de toekomst of het verleden. Het verleden is een herinnering en de toekomst een verwachting; het zijn allebei gedachtes die in het heden opkomen. Het gevolg is dat we constant in een staat verkeren waarin we ofwel het verleden repeteren of anticiperen op de toekomst. We maken nooit volledig verbinding met het leven in het huidige moment. Zelfs als we alles hebben waarop we hoopten – we eten iets heerlijks of winnen een award – dan nog missen we op subtiele manieren dit moment. We kijken over haar schouder naar wat er nog gaat komen of vragen ons af hoe lang het nog gaat duren. Gedachtes aan het verleden en de toekomst hollen onze vaardigheid uit om op het huidige moment te concentreren.
Dit begint toch wel zweverig te klinken, zeker voor een atheïst.
Het cruciale verschil tussen mijn gevoel van spiritualiteit en religie zijn de claims die op basis van deze ervaring worden gemaakt. Je kunt buitengewone ervaringen hebben via meditatie die je iets vertellen over de aard van de menselijke ervaring, ons bewustzijn en onze geest. Zoals elke ervaring dat doet. Maar deze bevindingen vertellen je niets over wat er bijvoorbeeld voor de oerknal gebeurde of wat er gaat gebeuren als het einde der tijden is aangebroken. Je leert niets over de kosmos, als je mediteert. Er zijn zoveel mensen die daarover in de war zijn. Wanneer je een onvoorwaardelijke liefde ervaart die verder gaat dan je ooit voor mogelijk had gehouden, zoals ik ervoer toen ik MDMA (een synthetische drug – red.) gebruikte, dan is dat een ervaring die het waard is om mee te maken. Maar deze mensen grijpen dit aan om het religieuze punt te maken dat deze energie dus aantoont dat liefde aan de basis ligt van het universum. Dat is waar spiritualiteit, die volkomen rationeel kan zijn, verstrikt raakt in de niet te rechtvaardigen claims van religieuzen. Die grens probeer ik duidelijk te maken.
U ging atheïsten, zoals Richard Dawkins, Daniel Dennett en Ayaan Hirsi Ali, al eens voor in een mindfulness-oefening. Zijn zij bekeerd?
Nee, nog niet. Maar ik laat het je weten als dit verandert.