Interview

Jannie Ligthart

‘Bepaald gedrag verkleint de spanning’

Psychologe Jannie Ligthart heeft vaak lange wachtlijsten. Ligthart wilde die wachtende cliënten graag iets geven waarmee ze zelf alvast aan de slag kunnen gaan. Daarom zette ze een aantal dingen op papier over hoe spanning zich manifesteert en hoe je zelf stress kunt verminderen. De lijst met aandachtspunten dijde zo uit dat Ligthart besloot er een boek van te maken. Ontdek je gebruiksaanwijzing is een boek vol praktische handvatten geworden. Het is een waardevolle aanvulling binnen het nog steeds groeiende aanbod van anti-stressboeken.

Annegreet van Bergen | 27 april 2011 | 5-7 minuten leestijd

Wat moeten we allereerst weten over spanning?
Spanning manifesteert zich in allerlei klachten. Die klachten zijn waarschuwingssignalen en daarom moet je ze serieus nemen. Want door een bepaalde benadering of door bepaald gedrag kun je de spanning vaak verkleinen. Hoe eerder je die signalen herkent en er iets mee doet, des te makkelijker is het om de spanning te verkleinen. Iedereen heeft zijn eigen spanningsopbouw. Die opbouw verloopt geleidelijk. Ik vergelijk het met een stoplicht. De signalen van spanning (en de intensiteit ervan) veranderen wanneer je stoplicht van groen op oranje springt. Als het stoplicht knaloranje is of zelfs al op rood staat, wordt het steeds lastiger de spanning te tackelen. Daarom is het goed te weten welke veranderingen bij jou duiden op toegenomen spanning. Het kan gaan om lichamelijke veranderingen, mentale veranderingen, stemmingsveranderingen en/of gedragsveranderingen. Het verschilt per persoon op welk terrein de spanningstoename zich manifesteert. Net als de specifieke klachten die iemand krijgt. Bij de een kan spanning zich bijvoorbeeld vertalen in diarree, bij de ander juist in verstopping.

U gebruikt nog een metafoor. Die van het klaslokaal. Waarom?
Ik gebruik het beeld van een klas met leerlingen om te laten zien dat ons ‘ik’ niet een overzichtelijk, eenduidig ‘ik’ is. Wij bestaan uit verschillende, elkaar soms tegensprekende delen. Neem iets simpels als trek hebben in een chocolaatje. Je hebt zin om te snoepen, maar je doet het niet omdat je er puistjes van krijgt. Op een iets ander niveau heb je delen die verlangen naar veiligheid, gezondheid of liefde. Terwijl andere delen juist zoeken naar uitdaging of verandering.  Al die ‘ikjes’ zijn als het ware leerlingen die bij jou in de klas zitten. Sommige delen zijn rustig. Die hoor je niet of nauwelijks. Zij wachten keurig hun beurt af. Andere daarentegen gaan bij het minste geringste met elkaar aan het bekvechten. Sommige delen hebben vaak het hoogste woord. Dan is het een drukte van jewelste. Veel mensen herkennen dat. Ze noemen dat piekeren, twijfel of chaos in het hoofd. Vooral wanneer je onder spanning staat, laten verschillende stemmen zich tegelijk horen. Leerkrachten in het onderwijs kunnen vaak merken wanneer er onweer in de lucht zit. Dan zijn de kinderen in de klas extra onrustig en rumoerig. Zo kan het er in tijden van spanning in je hoofd ook aan toe gaan. Een goed functionerende leraar zorgt dat ieder deel in de klas tijdig en niet te lang het woord krijgt. Hij zorgt er ook voor dat er harmonie is tussen de delen onderling. Als hij de orde niet weet te handhaven, wordt het een chaos in de klas. Dan krijgt het deel dat het hardste roept de aandacht en gaat dat deel de sfeer in de klas bepalen, en bepaalt het je gedrag. Kort gezegd is het de kunst om in je eigen klaslokaal niet alleen de druktemakers aan het woord te laten, maar er ook voor te zorgen dat de schuchtere delen aan het woord komen.

Lang niet alle delen geven verstandige adviezen.
Ja, elk deel kan op zijn eigen manier doorslaan in de weg naar het doel dat het wil bereiken. Dan schiet het zijn doel voorbij. Neem bijvoorbeeld het deel dat zich zorgen maakt over behoud van werk. Dat kan daar zo op gefixeerd zijn dat het rampscenario’s bedenkt; het ziet zichzelf al in de bijstand belanden en zijn huis verkopen. Of het deel dat graag een goed contact heeft met andere mensen. Die goede verstandhouding kan zo belangrijk worden dat iemand helemaal meegaat in andermans mening waardoor hij niet meer voor zichzelf durft op te komen of geen ‘nee’ meer durft te zeggen.

U heeft het in dat verband over valkuilen.
Ik beschrijf in mijn boek dertien verschillende valkuilen en doe suggesties voor wat je kunt doen als je merkt dat je in een van deze valkuilen bent gestapt. Sommige mensen zeggen zich in alle paragrafen te herkennen. Anderen hebben hooguit last van een paar, en dan ook nog alleen wanneer ze onder spanning staan. Het belangrijkste is dat je überhaupt ontdekt wat jouw valkuilen zijn. Dan ben je je er ook eerder van bewust dat je er weer eens bent in getrapt. Daarna kun je oefenen hoe je daar het beste mee kunt omgaan. Mijn adviezen zijn in zekere zin eenvoudig. Maar het is niet altijd even makkelijk om ze in de praktijk te brengen. Als dat zo was, had je dat waarschijnlijk al lang gedaan. Door te oefenen en in een zo vroeg mogelijk stadium in te grijpen, zal het je steeds makkelijker afgaan.

U heeft het bijvoorbeeld over dubbele maatstaven.
Dat betekent meestal dat je aan jezelf hogere eisen stelt dan aan anderen. Je legt de lat voor jezelf hoog en dat kan ontaarden in perfectionisme. Tot op zekere hoogte is dat niet verkeerd. Maar deze valkuil zorgt er vaak voor dat je in de knel komt met je tijd en energie. En dat zorgt voor spanning. Een deel in je klas wil met dit gedrag iets bereiken. Stel dit deel de vraag wat dat is. Vaak zal blijken dat het antwoord te maken heeft met een gedachte die thuishoort bij een andere valkuil: je verwacht dat anderen misschien op een door jou ongewenste manier over je gaan denken. Vaak blijkt dat helemaal niet zo te zijn. Meestal blijkt er na reflectie op je achterliggende motivatie voldoende reden om iets niet honderd procent perfect te willen doen. Dan wordt het tijd de 80/20-regel toe te passen. Als jij je huis spic en span wilt hebben, ben je zeker tien uur bezig. Wil je het op het oog schoon en opgeruimd houden, dan is twee uur voldoende. Met twintig procent van de tijd kun je tachtig procent van het werk doen. Wil je het voor honderd procent doen, dan kost je dat tachtig procent meer tijd/energie. Het scheelt erg veel (in)spanning wanneer je jezelf zichzelf toestaat om iets goed in plaats van perfect te willen doen.

Over Annegreet van Bergen

Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden