Achtergrond

Bij de Longlist - Op weg naar het Managementboek van het Jaar 2019

Dit jaar vindt voor de zestiende keer de verkiezing plaats van het Managementboek van het Jaar. Halverwege het selectieproces overziet juryvoorzitter Pierre Spaninks de oogst van de afgelopen jaren. ‘Als je kijkt waarover wordt geschreven, zie je veel continuïteit maar ook opvallende lacunes.’

Pierre Spaninks | 19 februari 2019 | 7-10 minuten leestijd

Weinig landen hebben zo’n traditie op het gebied van managementboeken als Nederland en België. Er is door de jaren heen een brede basis gegroeid van auteurs, deels met een academische achtergrond en deels uit de praktijk. Er is een aantal uitgeverijen – de een algemener georiënteerd, de ander meer specifiek – die daar af en toe een regelrechte bestseller aan hebben en er anders toch genoeg aan verdienen om ook nieuwe auteurs een kans te kunnen geven. En onmisbaar hierbij: er is een trouwe kring van lezers die al die boeken niet alleen aanschaffen maar er ook echt wat mee doen.

Bij elkaar leveren die factoren een voedingsbodem op voor gemiddeld 200 tot 250 nieuwe uitgaven per jaar. Sinds 2003 selecteert een vakjury daaruit telkens het Managementboek van het Jaar. Met de regelmatige wisseling van juryleden en de subjectiviteit van ieder selectieproces, zou je verwachten dat het resultaat iets willekeurigs heeft. Maar voor wie het wil zien, leest het palmares als een trendrapport van de Nederlandstalige managementliteratuur en als een kader waarin opeenvolgende bekroningen zich laten begrijpen.

Winnaars

De eerste winnaar, in 2003, was Hoe word ik een rat? van Joep Schrijvers, een ironische studie naar het politieke gedoe en de streken die binnen een bedrijf het klimaat zo kunnen verzieken. Samen met bezinning op cultuurverandering en ontwikkeling van effectieve maatregelen, is dat sindsdien een terugkerend thema gebleven in de Nederlands/Vlaamse managementliteratuur. De winnende titel van 2004, De emotiemarkt van Susanne Piët, markeerde de volwassenwording van de beleveniseconomie en kondigde tegelijk de opkomst aan van de betekeniseconomie, waar pas sinds kort meer over wordt geschreven. In 2005 won Het drama Ahold van Jeroen Smit, een sterk staaltje onderzoeksjournalistiek in de wereld van management, organisatie en ondernemerschap. Vanuit de bedrijfsgeschiedenis evenaarde in 2006 Marcel Metze die prestatie met Anton Philips 1874-1951, dat juist door een kritische insteek recht deed aan deze legendarische figuur.

Managementboek van het Jaar 2007 werd En nu laat ik mijn baard staan van Leen Zevenbergen, die aantoonde dat een boek vanuit de eigen leiderschapspraktijk niet hoeft te ontaarden in borstklopperij maar écht kan inspireren. Het jaar 2008 bracht ons Leidinggeven aan professionals? Niet doen! van Mathieu Weggeman, dat tot op de dag van vandaag zijn relevantie heeft gehouden. Relatief laat, in 2009, werd in Veranderdiagnose van Rob van Es de ‘Nederlandse school’ van verandermanagement onderscheiden. Dat vakgebied is en blijft goed voor een continue stroom aan even doordachte als toepasbare boeken.

Boeken die specifiek over één managementfunctie gaan, komen niet vlug bovendrijven bij de jurering. Inkoop van Gerco Rietveld deed dat in 2010 wel, omdat het ook voor het general management waardevolle inzichten bood. Hetzelfde geldt voor boeken over specifieke branches, met een opvallende uitzondering: de retail. In 2015 won Omnichannel van Gino van Ossel en in 2018 The future of shopping van Jorg Snoeck en Pauline Neerman. Van Ossel overbrugde de schijnbare tegenstelling tussen de fysieke winkel en de virtuele door de klant centraal te stellen. Snoeck en Neerman koppelden kennis van koopgedrag aan technologische ontwikkelingen en demografische verschuivingen, en maakten voorstelbaar hoe de toekomst van retail eruit zou kunnen zien.

Maar voordat het zo ver was, werd in 2011 Connect! bekroond. Menno Lanting opende de ogen van menig manager en bestuurder voor de kracht van sociale netwerken. De keuzes voor 2012 (Gedeeld leiderschap van Jelle Dijkstra en Paul-Peter Feld) en voor 2013 (Leren samenwerken tussen organisaties van Edwin Kaats en Wilfrid Opheij) waren daar een begrijpelijk vervolg op. Het eerste duo liet zien hoe leiderschap zich kan opvatten als een resultaat van co-creatie, het tweede trok dat door naar het inter-organisatorische niveau. Het boek dat in 2014 won, Zakendoen in de nieuwe economie van Marga Hoek, zou zelfs kunnen gelden als de terugkoppeling vanuit dat rijtje naar de bottom line: als dit de nieuwe werkelijkheid is, wat betekent dat dan voor onze businesscases?

Het jaar 2016 leverde een heel bijzondere winnaar op in de vorm van De corporate tribe. Daniëlle Braun en Jitske Kramer wierpen vanuit de culturele antropologie nieuw licht op het dagelijks leven in en om organisaties. Met Het innovatiedoolhof tenslotte kreeg 2017 weer een klassiek Managementboek van het Jaar. Gijs van Wulfen zette een weloverwogen, praktische manier uiteen voor het ontwikkelen en implementeren van innovaties. Daarmee sloot hij aan bij de veranderkundige traditie die al zo veel moois heeft gebracht.

Vaste waarden

Op het moment dat ik dit verhaal schrijf, moet de jury voor het Managementboek van het Jaar 2019 zelfs nog de longlist vaststellen die u hier aantreft. Dat de uiteindelijke keuze zal aansluiten bij de historie van de prijs en dat de winnaar ook weer exemplarisch zal zijn voor het totale aanbod, kunnen we alleen maar hopen. Wat zich al wel aftekent, is een beeld van de thema’s die in het aanbod terugkeerden en de thema’s die op de achtergrond raakten, plus een aantal onderwerpen waar we meer aandacht voor hadden verwacht. Als je kijkt waarover wordt geschreven, zie je veel continuïteit maar ook opvallende lacunes.

Over de jaren heen heeft zich een aantal bestendige thema’s uitgekristalliseerd. Verandermanagement is misschien wel de belangrijkste van die vaste waarden, met coaching als goede tweede. Vanuit beide thema’s is het maar een kleine stap naar het onderwerp leiderschap, dat zich altijd al mocht verheugen in een warme belangstelling maar dat nu wel opvallend vaak voorbijkomt. Ook Human Resources is zo’n onuitputtelijk thema, waar bij elke stand van de conjunctuurklok wel wat over te zeggen valt. Een paar thema’s die pas gaandeweg op de longlist zijn opgedoken, lijken inmiddels vaste voet te hebben gekregen. Denk aan het cluster van sociaal ondernemen, ondernemen met impact en de betekeniseconomie, of aan het hele gebeuren rond ‘agile’ en ‘lean’. Opvallend is ook hoe populair modellen en methoden blijven voor van alles en nog wat. Tegenwoordig worden die vaak verpakt als ‘canvassen’ of ‘toolboxen’. Juryleden die al wat langer meegaan, beginnen te morren over alsmaar dezelfde voorbeelden die langs blijven komen. Het aantal keren dat merken als CoolBlue, Amazon en Tony Chocolonely worden aangehaald, is niet meer te turven. En zonder op zijn minst een bijrol voor Elon Musk of Ricardo Semler kan blijkbaar geen managementboek meer verschijnen.

Vernieuwing is er ook, in de onderwerpen die auteurs en uitgevers kiezen. Zo kwam er dit jaar een golfje voorbij dat zich twee jaar geleden al even aankondigde, onder de noemer van ‘design thinking’. De uitdaging wordt daarbij geformuleerd vanuit de constatering dat de wereld steeds sneller verandert, dat ontwikkelingen steeds onvoorspelbaarder worden en dat oplossingen steeds korter meegaan. Om dat te tackelen, zouden technieken die ontwerpers hebben ontwikkeld een waardevol hulpmiddel zijn. Een cluster dat niet alleen in de breedte maar ook in de diepte lijkt te groeien, is dat van risicomanagement, toezicht, compliance en de fraude die daarmee voorkomen moet worden. In de HR-literatuur wordt dit jaar de ‘employee journey’ gepushed als focus voor beleid en praktijk. Tegenover thema’s die erbij komen, staan onvermijdelijk ook onderwerpen die uit het beeld verdwijnen. Zo is er afgelopen jaar over retail echt weinig gepubliceerd, en lijkt het trend-boek op zijn retour.

Node gemist

Die laatste observatie brengt me op de thema’s die de jury dit jaar node heeft gemist. Stevige inhoudelijke visies op de toekomst in relatie tot management en organisatie moeten met een lantarentje worden gezocht. Welke kant gaat het op met de samenleving, met de economie, met de technologie? Welke kansen liggen daar en welke uitdagingen, voor ons allemaal en voor managers en bestuurders in het bijzonder? Over onderwerpen als robotisering en kunstmatige intelligentie horen en zien we in de media spannende verhalen, de ene keer techno-optimistisch en de andere keer cultuur-pessimistisch. Maar wie sorteert dat uit en geeft daar op zo’n manier duiding aan dat we er ook echt wat mee kunnen?

Hetzelfde geldt voor het hele cluster van modern werken en modern werkenden. De politiek is verzand in een stellingenoorlog over vast en flex, loondienst en (schijn-)zelfstandig ondernemerschap. Daarbij is de relatie met de realiteit in bedrijven en andere arbeidsorganisaties soms ver te zoeken. Welk beleid hier moet worden gevoerd met welke wetten en regels, dat levert geen managementboek op. Maar hoe we er mee omgaan – op zo’n manier dat het werk tot resultaten leidt waar we trots op kunnen zijn en dat het zo is georganiseerd dat we er gelukkig van worden – daar zou voor een volgende ronde beslist wat in zitten.

NB: Bij het schrijven van dit verhaal heb ik dankbaar misbruik gemaakt van de input van mijn collega’s juryleden Carla Verwijs, Daniël Mogendorff, José Otte, Louis Thörig en Petra Hoogerwerf. Op mijn interpretatie en mijn conclusies mag u hen niet aankijken.

Juryvoorzitter (en auteur van dit artikel) Pierre Spaninks is ZZP-expert. Hij doet onderzoek naar zelfstandige professionals en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Daar spreekt, schrijft en adviseert hij over. Hij publiceert o.a. in Quote en in Managementboek Magazine, en is regelmatig te gast bij BNR Nieuwsradio en RTL-Z. Bij de Werkvereniging is hij een van de Opjutters. Pierre Spaninks studeerde Tekstwetenschap en Cognitieve Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard Kennedy School het Senior Manager in Government Program. Hij schreef verschillende boeken, waaronder Galerij der Groten en Zaken/Vrouw. Volg Pierre Spaninks op Twitter: @PierreSpaninks en bekijk zijn LinkedInprofiel.

Bekijk de complete Longlist voor het Managementboek van het Jaar 2019 >

Over Pierre Spaninks

Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden