Achtergrond

Kinderopvang is een basisvoorziening

De PvdA was er in haar verkiezingsprogramma helder over: kinderopvang tot drie dagen moet gratis. De rest met bijbetaling. Niet voor niets kregen de sociaaldemocraten deze week klop van de oppositie nu het kabinet weer op diezelfde kinderopvang wil bezuinigen. In 2007 zijn de kosten van de opvang door de enorme toeloop uit de hand gelopen. Nu rest alleen de politieke strijd wie voor dat succes moet opdraaien

Joep Schrijvers | 16 mei 2008 | 4-5 minuten leestijd

Sinds 2005 is er een nieuwe wet op de kinderopvang. Die houdt in dat overheid, werkgevers en ouders samen voor de kosten van de kinderopvang opdraaien. De ouders naar draagkracht voor zo’n twintig procent, de werkgevers voor eenderde en de overheid voor de rest. Deze wet moest een einde maken aan alle aparte regelingen van werkgevers, vakbonden en werknemers. Ook zouden de kwantiteit en de kwaliteit van de kinderopvang aanzienlijk moeten toenemen.

De redenen voor deze beleidsinspanningen waren drieërlei. De Nederlandse elite vindt dat meer mensen meer uren moeten draaien op de betaalde arbeidsmarkt. Dit om een krimp van de economie als gevolg van vergrijzing en ontgroening te voorkomen. De gedachte was dat als er meer kinderopvang zou zijn, de arbeidsparticipatie van moeders zou toenemen. Voorbeelden waren de Scandinavische landen, waar goede kinderopvang samengaat met een hoge deelname aan de arbeidsmarkt van moeders met jonge kinderen.

De tweede reden is afkomstig van de klassieke feministen, de Opzij-generatie en hun jongere Mees-adepten, die zich op het standpunt stellen dat ‘minimal mortherhood’ de beste optie voor de vrouw is. Carrière en loonvormende arbeid zijn de speerpunten van hun emancipatiestrijd, mogelijk gemaakt door kinderopvang.

En ten derde was er een pedagogische reden voor kinderopvang, namelijk om kinderen al in een zo vroeg mogelijk stadium alle pedagogische zorg te geven, vooral wanneer taalachterstanden dreigen. Kinderopvang zou ook moeten bijdragen aan de culturele en morele verheffing daar waar ouders tekort zouden schieten.

Van deze drie redenen was de eerste de belangrijkste. Nederland wordt meer als een onderneming dan als een samenleving beschouwd. Iedereen en alles wordt steeds vaker op zijn economische bijdrage ‘geassessed’. De nieuwe regelingen en inspanningen om de kinderopvang te verbeteren zijn een succes gebleken. De toeloop op de voorzieningen en de tegemoetkomingen waren het afgelopen jaar aanzienlijk. In 2007 is in totaal 2,4 miljard euro uitgegeven aan kinderopvang terwijl 1,6 miljard geraamd was. Er was te weinig dekking voor die overschrijding omdat de bijdrage van de werkgevers nominaal berekend was (een vast bedrag) en niet percentueel naar de feitelijke kinderopvang. Dat leidde ertoe dat de werkgevers eenderde van 1,6 miljard betaalden en niet van 2,4. Inmiddels zijn bijdragen van de werkgevers verhoogd en is de overheid bijgesprongen.

Zoals altijd in Nederland eindigen alle mooie dromen en ambities uiteindelijk in een spreadsheet. Waar halen we het geld vandaan om de Emma’s en Raouls naar de opvang te laten gaan, is nu de vraag. En zoals gebruikelijk proberen alle partijen de rekening bij de ander neer te leggen. De PvdA wil vooral de ouders laten betalen en dan vooral die met hogere inkomens. Het CDA, de in christelijk jasje gehulde reactionaire, neoliberale partij wil niets van deze ‘sterkste schouders, zwaarste lasten’ weten. De werkgevers zien de bui al hangen en schieten eveneens in hun reflex om de kassabon bij de ander neer te leggen.

De bezuinigingen worden inmiddels ook gelegitimeerd met verwijzingen naar de beperkte toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Want ondanks de betere kinderopvang zijn vrouwen niet substantieel meer gaan werken. Tegenover de toegenomen uitgaven van de kinderopvang staan te weinig toegenomen inkomsten. Een typisch monetaristische redenering waarmee elke droom en ideaal in Nederland doorgaans de grond in wordt geboord. De sociaaldemocraten waren terecht kanonnenvoer voor de oppositie. Zij kregen verwijten als onbehoorlijk bestuur, ouders in onzekerheid laten, kiezersbedrog en capitulatie voor de coalitie.

De irritatie over de PvdA neemt exponentieel toe. Het is het zoveelste incident in een reeks die aantoont dat deze partij werkelijk niets meer van haar idealen gerealiseerd krijgt. Niet alleen op economisch, maar ook op levensbeschouwelijk gebied boet de PvdA steeds meer in op haar geloofwaardigheid. Is het vreemd dat veel linkse mensen zich ontheemd voelen en op zoek zijn naar een socialistisch-vrijzinnige partij? De PvdA is verworden tot een treurig en miezerig aftreksel van wat ooit assertieve arbeiderstrots was.

En wat moet er nou gebeuren met de kinderopvang? Heel simpel. Deze dient een basisvoorziening te worden zoals de PvdA ook voorstelde: goedkoop voor de ouders, desnoods duur voor de samenleving. Ouders in de spitsuurfase dienen zoveel mogelijk ontzien te worden. Zij besteden één fte per week meer aan werk, zorg en vrijwilligerswerk dan stellen zonder kinderen. Verder moet een deel van de professionalisering van de kinderopvang snel gestopt te worden. Grootouders die op de kinderen passen – een veelvoorkomende bezigheid van de babyboomers- dienen dat weer ‘gratis’ te doen, gewoon als mantelzorg. Het is absurd dat alle kinderopvang betaald moet worden. Niet alles van waarde kent een rekening.

Over Joep Schrijvers

Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden