Omringd door vijanden, trots en met nucleaire technologie als de onoverwinnelijke toverdrank doet Noord-Korea nog het meest denken aan het onoverwinnelijke dorp in Gallië van Asterix en Obelix. Zijn er nu veranderingen in dit land van 22 miljoen mensen te verwachten? Dit was op spaarzame momenten de vraag die in deze missie opkwam.
Sacraal nationalisme
Het land kent een sterk nationalisme dat gevoed is door zowel het Japanse imperialisme van de eerste helft van de twintigste eeuw als door de Amerikaanse oorlog uit de jaren vijftig. Ook is er bij de Noord-Koreanen een zelfbesef of bijgeloof een uitverkoren volk te zijn. De hoop op een betere toekomst ligt volgens hen in dit land. Dit haast sacrale nationalisme heeft een grote schaduwzijde zoals alle sacralisering heeft, want het leidt ertoe dat kritiek op de heilige huisjes onmogelijk wordt en noodzakelijke collectieve leerprocessen geen doorgang vinden.
Het sacrale nationalisme is ook zichtbaar in de officiële politiek van dit land: militarisme eerst, dan pas de economie. De verdediging van het land is het hoofddoel en niet de welvaart van haar onderdanen. Het meeste geld gaat naar defensie, burgers dienen vele jaren in het leger te dienen en de vrijetijdsbesteding gaat grotendeels op aan sport en spel, die verkapte militaire oefeningen zijn: fit for war.
Aansluiting buitenwereld
Noord-Korea verkeert in een isolement dat zowel gekozen als opgelegd is. Sinds kort is het land van de lijst van terroristische staten gehaald waardoor de aansluiting met de buitenwereld beter mogelijk wordt. Zo is het land uitgesloten van het wereldwijde financiële systeem: je kunt geen geld overmaken naar het land, credit cards werken niet, leningen zijn niet mogelijk. Dit leidt ertoe dat Noord-Korea moeite heeft om olie te importeren omdat er onvoldoende dollars en euro’s in kas zijn.
De machthebbers kiezen er zelf ook voor om het land af te schermen. De vrije uitwisseling van ideeën met de plaatselijke bevolking is nagenoeg onmogelijk. De gesprekken, ook de zakelijke, staan onder permanent toezicht van de staat.
Open samenleving?
In handelskringen wordt druk gespeculeerd of Noord-Korea de Chinese weg zal gaan: het land open gooien voor buitenlandse investeringen, handel drijven en contacten aangaan terwijl het Confucianistische principe dat de leiders nooit kritiek krijgen zo nodig hardhandig gehandhaafd blijft.
Sommigen zeggen dat de weg van het Aziatische kapitalisme onvermijdelijk is: de wereld raakt steeds meer vervlochten en ook Noord-Korea kan deze dans niet ontspringen. Internationale handel vereist uitwisseling van informatie tussen Noord-Koreaanse leveranciers en westerse opdrachtgevers via email, internet en telefoon. Deze handelsbetrekkingen zullen als vanzelf van Noord-Korea een meer open samenleving maken.
Anderen, waaronder ik, zijn minder optimistisch. De Noord-Koreanen zullen er alles op zetten – net als China trouwens - om de vrije stroom van informatie onder toezicht te plaatsen. Tijdens de missie zeiden Noord-Koreanen dat ze wel contacten wilden met het buitenland maar alleen via dedicated lijnen en niet via internet, omdat dit laatste ook informatie bevat dat voor de bevolking niet geschikt is. Zolang Noord-Korea een ‘papacultuur’ heeft (vader weet wat goed voor je is), zullen de principes van de open samenleving maar spaarzaam geïmplementeerd worden. Toch is de verleiding via handel (sport en cultuur) de enige manier om via buitenaf in dit land veranderingen te bewerkstelligen tenzij men voor een Iraaks avontuur opteert.
De Noord-Koreaanse samenleving is een van de weinige communistische landen die niet in de val va de Berlijnse muur is meegezogen. Toen het communisme uit Rusland verdween en het sovjetimperium uiteenviel, toen China rigoureus koos voor een Aziatisch kapitalisme, bleef Noord-Korea trots op haar post, in de frontlinies van een betere wereld, althans naar eigen percepties.
Wisseling van de wacht
Op dit moment wordt druk gespeculeerd over de gezondheid van de nummer twee van het land, Kim Jung Il. (De nummer één is Kim Il Sung, de verzetstrijder, vader van Kim Jung Il, en nog steeds president van het land hoewel hij al jaren dood is). Onlangs verschenen foto’s van Kim Jung Il in de Noord-Koreaanse pers om aan te tonen dat er niets aan de hand is. Westerse specialisten haastten zich om te melden dat deze foto’s uit voorjaar moesten stammen en dus niets bewezen.
Tegelijkertijd wordt druk gespeculeerd over de opvolging van de nummer twee. De vraag is of de opvolger gekozen wordt uit de familie van Kim Jung Il, de enige kanshebber is een schoonzoon van hem, of dat de militairen, die de facto de macht hebben, naar de voorgrond zullen treden. Een enkeling hoopt op een implosie in het centrum van de macht waardoor het land in verwarring raakt en een ‘normaal’ land kan worden.
Hereniging
Van diverse kanten werd mij verzekerd dat de Koreanen de scheiding in een noordelijk en zuidelijk deel volstrekt kunstmatig vinden. Het verlangen naar hereniging van de beide Korea’s is groot. En hoewel beide landen inmiddels een lange verschillende ontwikkeling doormaken, zouden de culturele overeenkomsten volgens Noord- en Zuid-Koreagangers nog steeds geldig zijn: een voorliefde voor leiderschap, nationalisme en een zeker messianistische trots.
Politiek en zaken
Had Lodewijk Asscher, wethouder van Amsterdam, nu gelijk? Als hij Koreaanse macht gehad zou hebben zou hij de handelsmissie waar ik deel vanuit maakte ongetwijfeld verboden hebben. Door zijn invloed trok de Kamer van Koophandel van Amsterdam zich terug. Het bestuur van deze Kamer toonde daarmee aan geen ruggengraat te hebben.
Laat ik vooropstellen dat het moralisme aan de Amstel erg gemakzuchtig is. De wereld wordt daar wel erg eenvoudig in goed en kwaad opgedeeld en het geweten in een gemakzuchtige lethargische staat gehouden. Ik geef meer de voorkeur aan het geweten van de fabrikant die jarenlang capaciteit in een fabriek van Pyongyang inhuurt, geregeld belazerd wordt, doorgaat en probeert de codes of conduct voor fair trade te implementeren in zo’n ver land. De combinatie koopmansgeest en dominee is moreel gesproken interessanter dan het opgeheven vingertje alleen.
Noord-Korea is een trots en nationalistisch land met sterke fysieke, morele en culturele grenzen. Het is een gesloten samenleving waarbij de bevolking eigendom van de natiestaat is. De term 'dictatuur' lijkt me niet helemaal treffend om het land te typeren. Ik zou eerder bijna spreken van een 'theocratie', een land dat zich in een haast goddelijk traject denkt te bevinden en waarvan de leiders een goddelijke status hebben.
De strategie om dit land te boycotten en te isoleren om het daardoor tot veranderingen te dwingen lijkt me contra-productief. Je moet een autist niet opsluiten maar blijven proberen te activeren. Hoewel ik pessimistisch ben over de veranderbereidheid op korte termijn is dit de enige weg die op de lange termijn soelaas zal bieden: het land verleiden meer afhankelijk te worden van het buitenland met handel, internationale sportevenementen en culturele uitwisselingen. Wat niet helpt is wegblijven en op de toon van Lodewijk Asscher zeggen: foei.
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.