Achtergrond

In de frontlinie van de mondialisering

Voor zijn ‘geluksboek’ trekt Joep Schrijvers regelmatig het veld in om de ‘facts & figures’ achter geluk te zoeken. Op dit moment is hij in Pyongjang, de hoofdstad van Noord-Korea, als 'lid' van een heuse als even omstreden handelsdelegatie. Vanuit de flanken doet hij voor Boekcover rechtstreeks verslag.

Joep Schrijvers | 8 oktober 2008 | 4-6 minuten leestijd

Mijn stropdas kleurt bij mijn overhemd. We gaan weer overheidsorganen ontmoeten die met het Westen zaken willen doen. Ik zal bij de business meetings over IT aanwezig zijn. De gesprekken vinden plaats in het hotel in een nauwe vergaderzaaltje op de derde verdieping. In het midden staat een grote tafel: de delegatie zit aan de ene kant en de Koreanen aan de andere kant. De ronde tafel, de carré-vorm kent men hier niet. Je staat in verkennende besprekingen tegenover elkaar en nog niet naast elkaar.

De procedure is volledig gestructureerd. Met twee handen geef je je kaartje af, eerst aan de belangrijkste van het gezelschap en vervolgens handel je de pikorde af. De Koreaanse partij houdt dan een presentatie over zijn goederen, in ons geval van de IT-producten of diensten en wij stellen de vragen. Ik heb me geworpen op twee onderwerpen om van onze counterparts de nieren te proeven: de quality assurance – hoe garanderen ze dat de software die ze bakken goed is - en hoe denken ze in interactie te gaan met de opdrachtgevers in het Westen?

"Hoe denkt u de contacten met gebruikers en opdrachtgevers te regelen," maait Sven het gras voor mijn voeten weg. De man is hoogblond, stevig, lang en komt uit Zweden. Als hij spreekt zet hij zijn borst vooruit en gaat zijn voorhoofd in kopstoothouding. Je ziet: hier is een ervaren powerplayer aan het werk. Hij heeft geld gestoken in een mondiaal werkend outsourcingsbedrijf en reist heel Azië af op zoek naar capaciteit. Zijn permanente vraag is waar ter wereld nog goedkope hersenen te vinden zijn. In India is de markt inmiddels volledig afgegraasd en in China ook. Daarom zoekt deze brainhunter zijn return on investment nu in de minder ontgonnen gebieden zoals Noord-Korea.

"Kunnen deze mensen gaan e-mailen en internetten met de klanten in Europa of Japan?" vervolgt hij, "want wij kennen geen nationaliteiten meer. We werken met meer dan 40.000 mensen over de hele wereld. Het kan best zijn dat er een team uit verschillende nationaliteiten ontstaat, inclusief mensen uit Noord-Korea." Een alerte jonge tolk vertaalt zijn opmerkingen. We werken trouwens de hele tijd met interpreters. De baas achter de tafel kijkt even omhoog, zegt iets tegen een collega en fronst zijn wenkbrauwen alvorens te spreken.

"U moet begrijpen dat wij de uitwisseling begrijpen. Het punt is echter dat, laat ik het zo zeggen, dat niet alle delen van het internet even geschikt zijn voor de mensen in ons land. We werken hard om een scheiding te maken tussen die delen van het internet die wel en die niet geschikt zijn. Daar werken we hard aan. Maar als er een dedicated lijnverbinding met de klant gelegd wordt, alleen voor de projecten, hebben we geen bezwaren."

Nog meer dan China is Noord-Korea een patriarchale samenleving. De hoogste leider weet als een wijze vader wat goed voor je is. Dat heeft zijn wortels in het Confucianisme dat stelt dat de leider een goddelijke status heeft en als taak heeft de gemeenschap samen te smeden tot één geheel. Dit alles om als eenheid te overleven. Deze mechaniek kom je in deze business meetings steeds weer in kleine dialogen tegen. Het gezag wil zelf bepalen wat de onderdaan wel en niet mag weten. Want ongeoorloofde informatie kan leiden tot verstoring van de orde. Dat is de angst die nog steeds in China leeft - lees het mooie nieuwe boek Chinese tekens van Jan van der Putten maar, een must read voor iedere China-ganger en, voeg ik eraan toe, Korea-ganger.

"Kunt u snel werkkrachten oproepen en verschaffen?" timmert Sven door. "Ik moet per maand meer dan duizend IT-ers aanstellen in onze projecten." Na de vertaling knikt de baas van het gezelschap. Ja, dat kunnen ze.

Zo werkt de outsourcing dus in de IT. Gespecialiseerde mondiaal werkende bedrijven speuren naar capaciteit in de lage lonenlanden en doen tegelijkertijd een voorstel aan grote westerse bedrijven om hun IT te verplaatsen. Ze zetten als er een deal is gesloten een groot programma op om de databases, de softwareontwikkeling, het onderhoud en de helpdesk van bijvoorbeeld London naar Bangalore, naar Beijing, naar Pyongjang te verplaatsen.

Het is twee keer verdienen. Ze krijgen aan de aanbodkant hun opcenten over de tewerkgestelde goedkope programmeurs en aan de vraagkant verdienen zij hun geld aan de outsourcingsactiviteiten bij de westerse ondernemingen zelf.

Outsourcing is op de keper beschouwd gewoon handel in capaciteit. De Noord-Koreanen hebben die te bieden en zijn de verkopende partij en wij de vragende partij, wij hebben werk en zijn dus de inkopers. Je merkt het in deze besprekingen. Zij hebben de presentaties en wij stellen de lastige vragen. De rollen zijn duidelijk. Alle mooie beschouwingen over Globalisering ten spijt, in de frontlinies gaat het om de handel.

"Thank you and pleased meeting you." De man voor me buigt en schudt met twee handen mijn hand. Nederigheid is hier een deugd. Ik doe met hem mee en buig warempel foutloos. Het is tijd iets te gaan zien: een tekenfilmstudio en een softwarehuis dat spelletjes maakt.

Over Joep Schrijvers

Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden