De levens van Claus
Samenvatting
Biograaf Mark Schaevers realiseerde zich maar al te goed dat hij bij het schrijven over Hugo Claus meerdere levensverhalen had te doorgronden. Schrijver, kunstenaar, filmer: alleskunner Hugo Claus heeft er alles aan gedaan om de mythe van zijn biografie mee vorm te geven.
Schaevers’ werkwijze is dezelfde als bij zijn bekroonde boek over Felix Nussbaum. Hij volgt zijn onderwerp op de voet, zonder expliciet te interpreteren. Waar de schrijver dacht: ‘ik ben de baas, hè, van al die Clausen’, geldt dat evenzeer voor de biograaf. Te midden van alle tegenstrijdigheid heeft Schaevers een leven van eenheid kunnen beschrijven, en ook voor wie Claus dacht te kennen zal het totaalbeeld verrassend zijn. De levens van Claus is het resultaat van diepgravend onderzoek, van geduld en sensitiviteit, en een getuigenis van een scherp verstand en literaire verbeelding.
De meesterverteller Schaevers brengt de lezer dichter bij Claus dan de schrijver zelf ooit heeft toegestaan, en tegelijk is deze biografie een wervelende cultuurgeschiedenis die meer dan een halve eeuw bestrijkt.
Trefwoorden
biografie hugo claus literatuur vlaamse literatuur geschiedenis nederlandstalige literatuur kunstenaars schrijverschap cultuur het verdriet van belgië filmmaker tweede wereldoorlog schilderen collaboratie vlaanderen kunst toneelschrijver 20e eeuw dichter alzheimer nobelprijs religie kostschool surrealisme identiteit culturele geschiedenis
Trefwoorden
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Deel I Krijgers van God (1929-1940) 21
Waarin Claus keizerlijk aantreedt, in de kostschool een kapitaal aan wrok vergaart, zich met hoofd en hart in letters verliest en het geloof stukbijt.
Deel II Nationaalsocialist (1940-1945) 53
Waarin Claus knort van genot bij de inval van het Duitse leger, zich aansluit bij de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen, en bij de Bevrijding met zijn gezin Kortrijk ontvlucht.
Deel III De beleefde barbaar (1945-1950) 95
Waarin Claus artistieke vrienden maakt, het surrealisme ontdekt, zijn eerste gedichten en tekeningen publiceert en de liefde beleeft in het klein en in het groot.
Deel IV Vrij als een vogel (1950-1954) 171
Waarin Claus in Parijs bij de Nederlandse kolonie van schilders en dichters aansluit, met zijn geliefde Italiaanse kansen verkent, maar ook grond aan de voet houdt in Oostakker.
Deel V Land van mest en mist (1955-1959) 245
Waarin Claus getrouwd en wel Gents ingezetene wordt, het succes omarmt als dichter, romancier, dramaturg, vertaler, maar niettemin met de dertig in zicht in een crisis verzeild raakt.
Deel VI Over de bruggen en op de bergen (1959-1961) 311
Waarin Claus zijn roestend leven ontvlucht op Ibiza, in Amerika, Griekenland en Turkije, doorbreekt in ‘The New Yorker’ maar niet in New York, en zich verder voelt wegzinken.
Deel VII De oogst (1962-1965) 363
Waarin Claus hoogtepunten bereikt als dichter en romancier, zijn schilderscarrière begraaft, en het op de heupen krijgt in Vlaanderen, ook al omdat hij er niet in slaagt theaterdirecteur te worden.
Deel VIII Schrijven of schieten? (1965-1970) 421
Waarin Claus tevergeefs op het platteland zijn aanslepende schrijfcrisis probeert te bezweren, in de ban geraakt van het sixties-rumoer, als filmer opstart en piekt als dramaturg.
Deel IX De levendigste steden (1970-1976) 501
Waarin Claus een ogenblik de Amsterdamse theaterscene domineert, de klem van het huwelijk verruilt voor nieuwe valstrikken en in de Lichtstad een ‘mannelijke menopauze’ meemaakt.
Deel X De vreugden van het alleen leven (1976-1983) 567
Waarin Claus naar Gent terugkeert voor een druk vrijgezellenleven, bezwaard door financiële moeilijkheden maar verlicht door het herstel van zijn scheppend vermogen.
Deel XI Groot verdriet is leuk (1983-1988) 617
Waarin Claus met ‘Het verdriet van België’ als romancier hoog naar boven wordt gekatapulteerd, met ‘De Leeuw van Vlaanderen’ als filmer naar beneden.
Deel XII De schorpioen in de lavendel (1986-1993) 669
Waarin Claus met een nieuwe grote liefde in de Provence een tweede land vindt, de filmer weer aan de bak komt en de schilder erkenning vindt.
Deel XIII Polonaises (1994-1999) 729
Waarin Claus, eeuwig Nobelprijs-kandidaat, bevangen raakt door de klem van de roem, als romancier blijft uitblinken, terwijl de dramaturg lijdt onder de nieuwe podiummanieren.
Deel XIV Lach maar (2000-2008) 779
Waarin Claus zijn laatste proza en verzen publiceert, een laatste film regisseert, en langzaam wegzinkt in de mist die de ziekte van Alzheimer heet.
Epiloog 837
Noten 839
Literatuur 917
Interviews 940
Dank 942
Illustraties 945
Register 947